Opgesloten tussen de muren van Huda’s salon
Door Maureen Ghazal, op Wed Jun 01 2022 22:00:00 GMT+0000Huda’s salon, de nieuwste film van Hany Abu-Assad, volgt Palestijnse vrouwen die leven in de ommuurde stad Bethlehem. In een dameskapsalon komen de vrouwen, onderworpen aan bezetting en maatschappelijke controle, voor een onmogelijke keuze te staan.
Huda’s kapsalon valt op in de zandkleurige straat. De buitenkant is beplakt met een blauw-roze bloemenprint, voor de salon staat een plantenbak met rode bloemen, een gele handdoek wappert aan een droogrek. Maar binnen ontbreekt het aan kleur en gebeuren er dingen waarvoor de gordijnen worden dichtgetrokken.
Hany Abu-Assad schreef, regisseerde en produceerde met Huda’s salon zijn tiende film, een thriller gebaseerd op waargebeurde feiten. Het idee voor de film ontstond twee jaar geleden toen zijn echtgenote Amira Diab, die filmproducente is, hem vroeg naar een verhaal over Palestijnse vrouwen. De Nederlands-Palestijnse regisseur moest aan een krantenartikel denken dat hij twintig jaar eerder had gelezen over een Palestijnse dameskapsalon dat werd misbruikt door de Israëlische geheime dienst; het artikel was gebaseerd op de afscheidsbrief van een vrouw die in een kapsalon werd bedreigd door chantage en geen andere uitweg zag dan suïcide. Abu-Assad schreef een dag na het gesprek met zijn echtgenote de fundamenten voor zijn film.
De muur maakt soldaten onzichtbaarder en bewoners, met name vrouwen, kwetsbaarder.
De thriller speelt zich af in Bethlehem, een Palestijnse stad op de Westelijke Jordaanoever. In 2002 begon hier de bouw van de afscheidingsmuur; een tien meter hoge betonnen constructie van ruim zevenhonderd kilometer lang die landschappen, steden en families van elkaar scheidt. De muur maakt soldaten onzichtbaarder en bewoners, met name vrouwen, kwetsbaarder. In die ommuurde stad volgt de kijker kapster Huda en de jonge, pasgetrouwde Reem.
Terwijl Reem aan het begin van de film ontspannen in de kappersstoel zit met haar baby naast zich, wast Huda haar haren. Ze praten over sociale media en nieuwe haartrends. Reem vertelt over haar man die haar maar weinig ademruimte geeft; hij verdenkt haar ervan een minnaar te hebben en heeft liever niet dat ze aan het werk gaat. Wanneer Reem naar Huda’s gestrande huwelijk vraagt, blijkt Huda niet erg spraakzaam. In plaats daarvan biedt ze Reem koffie aan. Enkele minuten later hangt Reem bewusteloos in de kappersstoel.
De film toont de noodzaak van salons: vrouwen kunnen er van gedachten wisselen en het geweld en de maatschappelijke controle voor even ontvluchten.
Dameskapsalons zijn, vooral in het Midden-Oosten, intieme plekken. Vrouwen ontdoen zich van bedekkende kleding, praten over relaties en schoonheidsidealen en delen hun diepste gevoelens. De ramen van de salons zijn bedekt zodat passanten niet naar binnen kunnen kijken. Waar het koffiehuis er uitsluitend voor mannen is, is de salon er voor vrouwen. Een plek van geborgenheid. De salons geven vrouwen de vrijheid zich open te stellen, maar daar wordt ook misbruik van gemaakt.
Het decor in de beginscène van Huda’s salon doet me denken aan de Palestijnse film Dégradé (2015) van de tweelingsbroers Arab en Tarzan Nasser, waarin kapsters en klanten van een dameskapsalon in Gaza voor een dag vastzitten terwijl gewapende mannen buiten in gevecht zijn. De vrouwen zijn van verschillende leeftijden en achtergronden, maar er heerst toch een zekere harmonie. De film toont de noodzaak van salons: vrouwen kunnen er van gedachten wisselen en het geweld en de maatschappelijke controle voor even ontvluchten. Dat staat echter lijnrecht tegenover Huda’s salon, waar die veilige haven is veranderd in een plaats van bedrog.
Bedwelmd en zonder knipbeurt loopt Reem, met haar baby op de arm, de salon uit. Kort daarvoor heeft Huda haar gedrogeerd, ontkleed, in een achterkamer naast een man op bed gelegd en naaktfoto’s gemaakt. Toen Reem weer bij bewustzijn kwam, chanteerde Huda haar: ze moest samenwerken met de Israëlische geheime dienst, anders zouden ze de foto’s binnen haar gemeenschap verspreiden. Een onmogelijke keuze: binnen de conservatieve maatschappij kunnen foto’s van seksuele aard een vrouwenleven ruïneren, maar ook op politiek verraad staat een hoge prijs.
Dreiging
De ontwrichte balans tussen persoonlijk leven en politiek komt regelmatig terug in de films van Abu-Assad, zoals in zijn bekroonde producties The Idol en Omar. Hij weet de politieke situatie in het land invoelbaar te maken zonder feitelijkheden te verkondigen en directe confrontaties te tonen. Zo ook in Huda’s salon, waar de Israëlische geheime dienst op geen enkel moment zichtbaar is, maar voelbaar in alles. De dreiging hangt continu in de lucht en omringt de stad.
Overal staan betonnen muren die de personages gijzelen en tot wanhoop drijven.
De politiek is allesoverheersend en beïnvloedt dagelijkse bezigheden tot in het kleinste detail. Zo vertelt Reem in een telefoongesprek met haar moeder dat ze de stad wil uitreizen, maar die herinnert haar eraan dat ze daar geen vergunning voor heeft. Reem zit niet enkel vast tussen de muren van haar huis, maar ook tussen de muren van de stad. Dit claustrofobische gevoel komt terug in de locaties: de achterkamer van de kapsalon, het donkere appartement van Reem en de ondergrondse verhoorkamer. Overal staan betonnen muren die de personages gijzelen en tot wanhoop drijven.
De film onderzoekt de dunne lijn tussen goed en fout, loyaliteit en verraad. Huda’s personage weerspiegelt die het best. Waar je als kijker aan het begin vooral een afgrijzen jegens haar voelt, verandert dat in begrip wanneer Hasan, lid van het Palestijns verzet, haar ondervraagt over haar praktijken. Tijdens het gesprek ontstaat er een uitwisseling van ideeën over vrouwen in Palestina, die Huda’s verleden en motieven aan het licht brengen. Ze lijdt net zozeer onder chantage en misogynie als Reem. Maar waar de ommuurde stad zowel Hasan als Huda isoleert, wordt Huda uiteindelijk tweemaal gestraft.
Omringen met stilte
In de geluiden van de film hoor je de onrust van de stad: een straaljager die overvliegt, blaffende straathonden in de nacht, het constant druppen van een kraan tijdens de ondervraging. Maar er zijn ook stiltes: Huda die nadenkt over haar antwoorden op de vragen van Hasan, Reem die in haar krappe appartement zwijgt wanneer haar man haar argwanende vragen stelt, een vriendin van Reem die niet over de chantage wil praten uit angst erin meegesleurd te worden. De vrouwen omringen zich met stilte, in de hoop zo minder zichtbaar te zijn en meer ademruimte te krijgen. Maar het zijn juist de stiltes waarin de vrouwen gevangen zitten; de slopende onzekerheid van enerzijds de geheime dienst die hen bedreigt, en anderzijds de conservatieve gemeenschap die hen kan verstoten wanneer de foto’s uitkomen.
Het is niet voor niets dat Palestijnse vrouwen leeuwinnen worden genoemd.
Tijdens het kijken van de film moest ik denken aan alle krachtige Palestijnse vrouwen, van wie ik er sommigen tijdens mijn reis door het land enkele jaren geleden heb mogen ontmoeten. Zoals de vrouw in Hebron die zich ondanks alle pesterijen van het leger verder in haar grond wortelt, dichteres Dareen Tatour die gevangen gezet werd om haar poëzie en zelfs in de gevangenis bij gebrek aan papier op de muren schreef, Ahed Tamimi die van kinds af aan opkomt voor de rechten van het Palestijnse volk en de vrouwen wier mannen in de gevangenis zitten en die een gezin onderhouden. Deze vrouwen zijn ontzettend strijdbaar. Het is niet voor niets dat Palestijnse vrouwen leeuwinnen worden genoemd.
Maar ik denk ook aan hoe ik met een vriendin op diezelfde reis werd benadeeld. Hoe twee mannelijke soldaten met geweren ons bij een checkpoint om de beurten een kamer inriepen en bevolen ons voor hen uit te kleden. En hoe we aan de andere zijde van de muur werden nageroepen en gevolgd. Mijn vriendin zei dat ze zich nog nooit zo bewust was geweest van het feit vrouw te zijn. Gedurende de reis maakte ik mezelf steeds kleiner en wendde ik mijn blik af. Ook ik hulde mezelf in stilte. Ik kon me enkel inbeelden hoe het moet zijn om dat dagelijks mee te maken.
Wat Huda’s salon onderscheidt van andere Palestijnse films, is het perspectief dat zich richt op de vrouwen die onder bezetting leven.
Reem en Huda hebben het zowel te stellen met de Israëlische geheime dienst als de meer conservatieve elementen binnen hun eigen maatschappij, die in verschillende gesprekken tussen de personages naar voren komen. Schrijnend is de scène in een wachtkamer waar de dokter een grootmoeder feliciteert omdat haar dochter van een meisje zal bevallen. De grootmoeder slaat haar blik ten hemel en vouwt haar handen rond haar gezicht: ‘O God. Haar vierde meisje. Weet u zeker dat het een meisje is?’
Wat Abu-Assads nieuwe film onderscheidt van zowel zijn eerdere werk als andere Palestijnse films, is het perspectief dat zich niet enkel op de bezetting richt, maar vooral op de vrouwen die onder die bezetting leven. Het vertelt het bredere verhaal waarin vrouwen, over de hele wereld, in oorlogen vaak tweemaal zo hard worden geraakt. Maar ze blijven hun stem verheffen. Zoals de Palestijnse dichter Fadwa Tuqan (1917-2003) haar pen inzette om aandacht te geven aan zowel vrouwenrechten als het recht vrij te zijn als Palestijn. In haar autobiografie A Mountainous Journey schreef ze:
Silence … continual silence … However, it is a conscious silence, aware and vigilant, not a silence of absence and emptiness.
The chain of silence has been broken: I have written five poems. I feel somewhat at ease.
I shall write, I shall write a lot.