Perifeer landschap
Door Arnout De Cleene, Michiel De Cleene , op Thu Mar 10 2022 23:00:00 GMT+0000Via zeven landschappen en evenveel tekstuele impressies werpen Arnout De Cleene en Michiel De Cleene een blik op het thema 'Periferie'.
Beervelde
Over zijn project Periferie (2003) schrijft documentair fotograaf Theo Baart: ‘Aan de rand van de stad, het gebied met ruimte voor verandering en verovering, wordt zichtbaar wat we terloops bijdragen aan ons cultureel erfgoed. Bij grote steden zijn dat generieke landschappen. Alleen in de details zijn de sporen zichtbaar van een onderscheidende identiteit.’ De periferie heeft dit als opmerkelijk karakter: het zijn plekken die tonen hoe we een landschap tijdelijk, ‘terloops’ inrichten. Het perifeer landschap heeft iets voorlopigs, ook wanneer het er eeuwenlang hetzelfde uitziet, gevormd vanuit het besef dat het centrum dat langs de ene kant ligt, en het hinterland dat aan de andere kant wacht, met de tijd van inrichting, en dus van statuut zullen wijzigen.
Brussel
Afgeleid van het Latijnse explanare (effen maken), duidt de ‘esplanade’ historisch een grote, open vlakte buiten de omwalling van een burcht of stad aan. De esplanade verleende een vrij zicht en schootsveld op een mogelijke naderende vijand. Wanneer in de negentiende eeuw de fortificaties aan de rand van de uitbreidende stad verdwenen, werden de esplanades promenades. Ze waren niet langer het veld waarover werd uitgekeken, maar het veld van waarop – al wandelend – werd uitgekeken, naar het historische centrum aan de ene zijde, naar de groeiende stadsrand aan de andere zijde.
Gent
De rand verplaatst zich traag. De periferie kruipt. Er zijn sporen van haar beweging en haar tijdelijke verankering. Het billboard langs de steenweg dat de winkelloods achter het parkeerterrein een naam geeft. De hoogspanningslijnen dansen van pyloon naar pyloon om plots de grond in te duiken. We rijden door de rand – de plaats voor de uit het centrum gebande voertuigen – die ook zelf een snelheid heeft waarmee ze stelselmatig maar haast onmerkbaar verschuift, krimpt of uitbreidt.
Hame-sur-Heure-Nalinnes
In zijn boek Forests traceert Robert Pogue Harrison het ontstaan van de westerse samenleving en de structuren die haar schragen. Het begint bij het maken van een open plek in het bos. Mensen rooien bomen en duwen de rand van het bos steeds verder weg. Instituten krijgen vorm en winnen terrein op het onbevattelijke en duistere woud: ‘As the order of institutions follows its course, or as huts give way to villages and then to cities and finally to cosmopolitan academies, the forests move further and further away from the center of the clearings. At the center one eventually forgets that one is dwelling in a clearing’ (1993, 245). De bosrand wijkt. Op den duur vergeten we dat er een is.
Heverlee
De oppervlakte van een cirkelring wordt berekend door de oppervlakte van een cirkel met straal r (de afstand van het middelpunt tot de binnenste ring) af te trekken van de oppervlakte van een cirkel met straal R (de afstand van het middelpunt tot de buitenste ring). Anders dan bij het vierkant of de rechthoek, is niet de lengte van de zijden, maar kennis van de afstand tot het middelpunt noodzakelijk om de breedte en oppervlakte van de rand te weten, en hoe die evolueert door de jaren heen.
Montigny-le-Tilleul
Er waren twee momenten waarop we wisten dat we niet aan een afgelegen rand van een afgelegen dorp woonden, maar op een steenworp van de stad en haar industrie.
De wind komt uit het westen en voert dikke, zoete lucht aan.
Langs het kanaal gist het graan in de silo’s.
Het is winter en de kale bomen schermen het zicht niet langer af. Door de kruinen van de populieren zien we de vlam die het gas affakkelt en de rand van de koeltorens verlicht.
Ooit, tijdens een ballonvlucht, vertelde de piloot dat de melk geproduceerd in een straal van vijftien kilometer rond de staalfabriek opgekocht en vervolgens weggegoten werd. Het verhaal werd nooit bevestigd.
Bij een westenwind in januari woonden we, kortstondig, in een voorstad.
Rixensart
Omdat de prijzen voor huizen in het centrum onbetaalbaar waren geworden, en ook de huizen in de rand – met tuin, en vlot bereikbaar met het openbaar vervoer – in waarde waren gestegen, kocht het koppel een voorlopig moeilijk bereikbaar, maar betaalbaar huis buiten de periferie, in de verwachting dat de groeiende stad ook hun huis uiteindelijk zou opslokken in haar verder uitdijende rand.
’s Avonds valt het strooilicht van de stad op de perelaar.