'Plezier is een belangrijke politieke kracht'

Door Ciska Hoet, op Mon Nov 30 2020 23:00:00 GMT+0000

Plezier als vorm van verzet tegen het kapitalistische model dat onze levens in zijn greep heeft: het is een prikkelende gedachte. Ze vloeit voort uit 'The Red Pieces', de cyclus die Mette Ingvartsen de voorbije jaren creëerde rond de publieke en politieke dimensies van seksualiteit. 'Sinds #MeToo ziet iedereen in dat seksualiteit kan blootleggen hoe machtsrelaties functioneren binnen de samenleving.'

Als we het vandaag over porno hebben, denken de meeste mensen spontaan aan de alomtegenwoordige internetporno, waarin de hoofdrol is weggelegd voor glanzende zonnebanklijven, opgespoten borsten en bovengemiddeld grote erecties. Dergelijke seksfilms schuiven vaak niet alleen bedenkelijke genderverhoudingen naar voor. Ze staan symbool voor het makkelijke hap-slik-weg-consumentisme (jaja, pun intended) dat zo kenmerkend is voor deze tijd: na de initiële adrenaline lonkt onvermijdelijk de afgrondelijke leegte.

Het is die symboliek die Mette Ingvartsen (1980) onder meer blootlegt in haar cyclus The Red Pieces. De in Brussel gevestigde Deense choreografe stootte op de thematiek via een fascinatie voor de vertroebelende grens tussen het publieke en het private. Haar onderzoek leidde tot vier voorstellingen, die onder andere inzoomen op de geschiedenis van pornografie en zowel de duistere als de aangename kanten van seksualiteit en lichamelijkheid vertalen naar het podium. 69 positions, 7 Pleasures, To come (extended) en 21 pornographies leveren een veelheid op aan prikkelende scènes. Denk maar aan een groepsorgie waarbij de dansers niet elkaar maar objecten bespringen, Ingvartsen zelf die het publiek naakt rondleidt in een mini-expo of een aanstekelijk vrolijke lindy hop-groepsdans. Deze stukken werpen niet alleen een kritische blik op hoe de maatschappij inwerkt op onze seksualiteitsbeleving, samen vormen ze ook een continue zoektocht naar een minstens tijdelijke bevrijding van de enge mal die het kapitalisme ons oplegt.

Mette Ingvartsen ©Danny Willems

Dat Ingvartsen daarmee perfect de polsslag van de tijd weet te vatten, is een understatement. Toen de eerste voorstelling van de reeks, 69 positions, in 2014 in première ging, snapten veel mensen niet wat ik bedoelde toen ik zei dat seks niet losstaat van het publieke. Ik kreeg als reactie dat seks tot de intieme en private sfeer behoort. Sinds #MeToo heb ik dat nooit meer gehoord. Iedereen ziet intussen in dat seksualiteit kan blootleggen hoe machtsrelaties functioneren binnen de samenleving.’

The Red Pieces

Voor de eersteling 69 positions greep Ingvartsen terug naar de performancekunst van de jaren 1960 en 1970. Daarin werden naaktheid en seks ingezet als een instrument om onrecht aan te klagen en maatschappelijke verandering in gang te zetten. ‘Ik was gefascineerd door Carolee Schneeman, die onder andere furore maakte met haar performance Meat Joy uit 1964. Haar werk tackelt thema’s als seks, taboe, geweld, vrouwelijk genot en de manier waarop dat genot (niet) in beeld wordt gebracht.’

Je schreef haar een brief met de vraag of ze Meat Joy wou re-enacten met de performers van toen.
‘En ik kreeg een zeer fijne brief terug waarin ze vriendelijk weigerde (lacht). Ik hoopte samen met haar te kunnen onderzoeken hoe zo’n performance verandert door ze opnieuw op te voeren. Bovendien wilde ik graag met oudere lichamen werken omdat dat niet vaak gedaan wordt. Uiteindelijk is haar afwijzingsbrief het begin geworden van 69 position, een solo waarbij ik het publiek rondleid in een mini-expo en een aantal sleutelperformances uit de jaren 1960 re-enact. Dat doe ik niet alleen door dingen te tonen maar ook door ze te beschrijven. Het gaat immers steeds om groepsperformances, die ik eigenlijk onmogelijk in mijn eentje correct kan opvoeren. De beschrijvingen voegen bovendien een extra laag toe: die van de verbeelding. Doordat ik tussen het publiek sta en toeschouwers betrek, lokt dat vragen uit naar wat collectiviteit kan betekenen in relatie tot intimiteit en seks.’

Op die collectiviteit werk je verder in de twee daaropvolgende voorstellingen, 7 pleasures en To come (extended), niet toevallig twee producties met een grotere cast. Daarin leg je onder andere bloot hoe de beelden die we te zien krijgen van seksualiteit en relaties ons seksueel functioneren beïnvloeden.
‘Veel van wat we doen tussen de lakens staat onder invloed van de opvattingen over seksualiteit die we via allerlei media meekrijgen. Zeker sinds het internet booming business is, kan je daar niet omheen. De voorbije twintig jaar worden pornografische beelden meer dan ooit verspreid via de onlinewereld. Tegelijkertijd wilde ik seksualiteit in die twee stukken neerzetten als iets niet-repressiefs. Samen met de performers hebben we gezocht naar een plezierige, haast bevrijdende relatie tot het naakte lichaam wars van restrictieve taboes. Je zou kunnen zeggen dat we via alternatieve seksuele praktijken nieuwe lichamelijke utopieën creëerden. Ik vind zulke utopieën erg belangrijk omdat ze als het ware een horizon projecteren waarnaar gestreefd kan worden.’

Tegelijkertijd zijn er donkere kanten verbonden aan seks. Denk maar aan seksueel geweld en misbruik. Die thema’s komen aan bod in de laatste productie uit de cyclus: de solo 21 pornographies.
‘Inderdaad. Voor die voorstelling dook ik onder meer in de geschiedenis van de pornografie. We durven al eens te vergeten dat pornografie een literaire poot heeft die zeker in het verleden een grote rol heeft gespeeld. Zo was Markies de Sade een belangrijke inspiratiebron voor mij.

Oorlogsporno toont aan hoe seksualiteit verbonden is met kwesties als macht op hogere politieke niveaus.

Daarnaast zijn fenomenen als oorlogsporno een topic in de voorstelling. Niet alleen is verkrachting een notoir oorlogswapen dat dient om macht te demonstreren, soldaten filmen hun brutaliteiten soms om ze vervolgens digitaal te delen. Dat doet denken aan hoe illegale porno circuleert in geheime onlinenetwerken. Oorlogsporno toont aan hoe seksualiteit verbonden is met kwesties als macht op hogere politieke niveaus.’

In je werk toon je je kritisch ten aanzien van mainstreamporno. Ben je ertegen of is porno iets dat ook leuk en plezierig kan zijn?
‘In se heb ik geen moreel oordeel. Als je het over porno hebt, moet je alleszins duidelijk definiëren wat voor porno je adresseert. De geschiedenis leert ons dat porno heel bevrijdende functies heeft gehad. Zo was het ooit belangrijk om dat soort van materiaal te verspreiden om onder het juk van de kerk uit te komen en seks uit de taboesfeer te halen. Bovendien bestaat er intussen ook feministische en queer porno. Maar de mainstream porno die vrouwen objectiveert, lijkt me wellicht minder nuttig. Het is niet ideaal dat tieners vooral dat soort beelden te zien krijgen voordat ze zelf seksueel actief zijn. Al is het wat dat betreft vooral de vraag hoe we leren om beelden te interpreteren en te weten of ze potentieel interessant, leerrijk of net beschadigend zijn.’

7 pleasures, © Marc Coudrais

Emancipatie

Ingvartsens voorstellingen dragen ontegensprekelijk een feministische en emancipatorische stempel. Ze verzet zich tegen het cliché van de gewillige wulpse deerne in standaard pornografische poses en schuift alternatieven naar voor om lichamelijkheid te beleven. ‘Ik zoek naar strategieën om het vrouwelijke lichaam anders op scène te brengen dan via de alomtegenwoordige male gaze. Annie Sprinkle is een van mijn voorbeelden. Zij nodigt het publiek uit om in haar vagina te kijken om zich zo de blik van de buitenstaander terug toe te eigenen. Ik vind dat soort van omgekeerde strategieën waarbij je terug eigenaarschap claimt heel revelerend. Ze leggen bloot hoezeer we het gewend zijn dat vrouwen seksueel geobjectiveerd worden.’

Ervaar je je werk zelf als bevrijdend?
‘Ik denk allereerst dat vrijheid niet iets is dat je definitief kan verwerven. Het zou naïef zijn om ervan uit te gaan dat je volledig vrij kan zijn van allerlei vormen van onderdrukking. Dat is ook de les die we kunnen trekken uit de seksuele bevrijdingsbeweging uit de jaren 1960. Die heeft immers gefaald: een heel aantal van de problematieken die toen werden aangeklaagd zijn vandaag nog steeds in zwang. Onze taak ligt er volgens mij vooral in om permanent te blijven zoeken naar vrijheid. En je zou zeker kunnen zeggen dat The Red Pieces een poging is om deel uit te maken van dat proces.’

Als je voorstellingen maakt waar naaktheid in zit, zitten er vaak een paar bijzondere types vooraan in de zaal.

‘En natuurlijk ervaar ik soms vormen van vrijheid in mijn werk. Voor mij persoonlijk was het repetitieproces van 7 pleasures bijvoorbeeld erg belangrijk. De gesprekken die we moesten voeren om die voorstelling te kunnen maken, voelden erg politiek relevant aan. Al is het zeker zo dat het kritisch potentieel van zo’n productie verandert van zodra je het stuk begint op te voeren voor een publiek.’

Dat doet me denken aan iets wat een oudere actrice me onlangs vertelde: in de jaren 1970 experimenteerden zij en haar collega’s met naaktheid op scène. Tijdens het repetitieproces was dat bevrijdend, maar op de première-avond zat de hele eerste rij vol met geile mannetjes die naar haar borsten kwamen kijken. Weg bevrijding.
‘Dat gebeurt nog steeds. Als je voorstellingen maakt waar naaktheid in zit, zitten er vaak een paar bijzondere types vooraan in de zaal. We hebben daar lang over gediscussieerd met de performers maar uiteindelijk kan je dat niet voorkomen.’

‘Voor mij blijven de discussies die ik wil aangaan via mijn voorstellingen belangrijker dan die paar onvermijdelijke voyeurs. Ik vind het nodig om deze topics aan te kaarten binnen de publieke ruimte. We zijn er dan ook nog lang niet klaar mee: ondanks #MeToo is er nog steeds niet veel veranderd. Er is een duurzaam engagement nodig om dat te bewerkstelligen. En The Red Pieces hebben precies dat op het oog. Bovendien is het eigen aan alle kunst dat je niet kan controleren wat je publiek doet met jouw stukken. Sommige mensen willen vermaak, anderen komen in de hoop dat ze intellectueel gevoed worden, enzovoort. Hoe je kunst gepercipieerd wordt, maakt deel uit van haar autonomie en dat is oké.’

Al laat je niet zomaar alles over aan de kijker. Je performances zitten vol strategieën om niet zomaar de beelden en machtsstructuren te reproduceren die je bekritiseert.
‘Het is absoluut niet evident om een naakt lichaam op de juiste manier te tonen op scène. Geseksualiseerde lichamen zijn niet alleen alomtegenwoordig, ze worden vaak ingezet vanuit commerciële belangen terwijl ik dat juist wil omzeilen. Aan mijn voorstellingen gaan telkens zoektochten vooraf naar het vermijden van platte clichés. Voor 7 pleasures deden we dat bijvoorbeeld door samen te improviseren en vervolgens goed te analyseren wat er gebeurt op scène. Het is heel leerrijk om te zien hoe de ene oefening leidt tot een simpele reproductie van stereotypes terwijl je via een licht gewijzigde aanpak tot bevreemdende, schurende confrontaties kan komen.