Maar mensen

Door Redactie rekto:verso, op Fri Jun 29 2018 09:00:00 GMT+0000

REDACTIONEEL - Kwetsbaarheid springt vandaag vanzelf in het oog, als een van die verleidelijke categorieën waarmee we niet alleen artistiek werk zin geven, maar ook onze hele hedendaagse existentie. Kwetsbaarheid is het dankbare vlot waarop we dobberen in een wereld met een stijgende zeespiegel, tussen de bosbranden door. Het is een boei waaraan we ons kunnen vastklampen tegen een golf van redeloos terrorisme, in een woelige zee van prestatiedwang en burn-outs.

Zoek de rode draad (but handle with care):

  • Geef mijn hand terug is een voorstelling over een ongeneeslijke ziekte, het lot, de kwetsbaarheid van de dingen.’ (website Bronks, 23 februari)
  • ‘Het worden twee dagen waarin kwetsbaarheid centraal staat: de kwetsbaarheid om je werk te delen met collega-kunstenaars (én een publiek!) en de kwetsbaarheid als inhoudelijke rode draad.’ (aankondiging 'Slam Poetry Night' van Beursschouwburg, 23 maart)
  • ‘“Een verkenning van kwetsbaarheid”: die woorden zijn toepasselijk op tal van film- en videowerken in het festivalprogramma, werken die uitdrukking geven aan het gevoel van onzekerheid dat vandaag de levens van velen behelst.’ (aankondiging Courtisane, 28 maart)
  • Big Bears Cry is een voorstelling over de kwetsbaarheid van de mens in het grote, ongrijpbare universum.’ (website hetpaleis, 21 april)
  • 'Kwetsbaarheid een stem geven, dat is wat we doen bij HETGEVOLG.' (Facebook-post van HETGEVOLG, 3 mei)

Het is niet dat we er met een vergrootglas naar gezocht hebben. Kwetsbaarheid springt vandaag vanzelf in het oog, als een van die verleidelijke categorieën waarmee we niet alleen artistiek werk zin geven, maar ook onze hele hedendaagse existentie.

We zijn tegenwoordig ‘maar mensen’, we kunnen er weinig aan verhelpen.

Kwetsbaarheid is het dankbare vlot waarop we dobberen in een wereld met een stijgende zeespiegel, tussen de bosbranden door. Het is een boei waaraan we ons kunnen vastklampen tegen een golf van redeloos terrorisme, in een woelige zee van prestatiedwang en burn-outs.

We zijn tegenwoordig ‘maar mensen’, we kunnen er weinig aan verhelpen. De sociale en politieke uitdagingen zijn nu eenmaal te groot geworden om nog echt te geloven dat de samenleving maakbaar is, of te keren valt met het militante socialisme van mei ’68 of het zelfovertuigde modernisme van een eeuw geleden.

Vandaag benadrukken we niet onze eigen kracht, maar onze eigen kwetsbaarheid. Of we noemen onze kwetsbaarheid onze kracht, zoals Brené Brown in haar bestseller The Power of Vulnerability. Laten we stoppen met ons te schamen over onze fouten, stelt Brown. Laten we onze imperfecties omarmen.

Het 27-jarige Britse beauty model Em Ford deed het. Het filmpje waarin ze zichzelf in 2015 van haar make-up ontdeed om haar aanhoudende acne te onthullen, ging op slag viraal. Nu heeft ze een miljoen volgers op Instagram, waar ze stralende plaatjes van de Malediven afwisselt met gepukkelde selfies. Ford is deel van een trend: imperfecte modellen zouden in opmars zijn, net als moeders die bloggen dat het ok is om geen perfecte moeder te zijn, of Instagram-posts van zowel bekende als onbekende zielen in weinig flatterende situaties.

Beauty model Em Ford

Kwetsbaarheid werkt. Ze lijkt onze laatste strohalm tegen het dwangmatige ‘be yourself and make it’. Al is het maken mét kwetsbaarheid natuurlijk nog leuker. Zo legde de Amerikaanse sociale onderneming ‘Diversability’ zich met succes volledig toe op het ‘rebranden’ van fysieke beperkingen. ‘The future is now’, aldus oprichtster Tiffany Yu. ‘Having a disability can work in your advantage really.

Typeren Ford en Yu een gracieuze contrarevolutie tegen de eeuwenoude masculiene norm van macht en kracht en doorzetting? Of een zoveelste goocheltruc van de neoliberale hunker naar nog meer succes?

Week of woke?

De kunsten zijn gelukkig al zo lang bezig met onze kwetsbare keerzijde in herinnering te brengen dat je ze bezwaarlijk kan beschuldigen van modieuze begoocheling. Van het memento mori van de barok tot de ranke mensfiguren van Giacometti, van de ondergang van de held in de klassieke tragedie tot Mahlers Kindertotenlieder: sinds jaar en dag doen vele kunstenaars niets liever dan ons aller pukkels en beperkingen publiek te exposeren. Het is bijna hun maatschappelijke taak. Toch ontsnappen ook zij niet aan de fundamentele paradox van kwetsbaarheid: zodra er bewust mee uitgepakt wordt, riskeer je te verglijden in kitsch.

De fundamentele paradox van kwetsbaarheid: zodra er bewust mee uitgepakt wordt, riskeer je te verglijden in kitsch.

Dat heeft alles te maken met een andere paradox: je kwetsbaarheid tonen kan alleen als je je dat kan permitteren, en dus toch niet zó kwetsbaar bent dat ze als een boemerang in je gezicht terugslaat. Wie echt kwetsbaar is, van sans-papiers tot mensen in structurele armoede, heeft die luxe niet. Die moet alles in het werk stellen om te overleven, en dat kan in deze samenleving nog altijd alleen door hard te knokken en je achillespees daarbij zo goed mogelijk af te dekken.

Is de kwetsbaarheid die kunstenaars en schoonheidsmodellen prijsgeven, behalve een noodzakelijke opening naar empathie en gedeelde menselijkheid, niet vooral een privilege?

Net die lastige vraag loopt als een rode draad door dit nummer. Terwijl Nadia Sels aan de hand van alt-right-boegbeeld Jordan Peterson de zin en onzin onderzoekt van de huidige ‘slachtoffermentaliteit’, vragen Yousra Benfquih en Birsen Taspinar net aandacht voor de extra kwetsbaarheid van mensen van kleur. ‘Het is de witte meerderheid die definieert wat kwetsbaar is en wie kwetsbaar mag zijn’, vat Saddie Choua kernachtig samen.

Wie onthult wiens kwetsbaarheid, en waarom?

Daarmee komt een cruciale vraag op de tafel: wie onthult wiens kwetsbaarheid, en waarom? De ‘armoedeporno’ die Paul Willemsen detecteert op de Duitse tv, zegt alles over de onbeschaamde culturele exploitatie waar ‘kwetsbare groepen’ in deze mediamaatschappij aan ten offer vallen.

Kunnen de kunsten iets keren? Daarvoor moeten ze eerst hun eigen machtsstructuren onder de loep nemen: van de onwrikbare masculiene sfeer in de muziekindustrie (Hugues Ntoto) tot en met onze omgang met ‘outsiderkunst’ (Bart Marius) of de mate waarin etnografische musea zich even kwetsbaar durven opstellen als de bevolkingsgroepen die ze exposeren (Lina Issa).

Daarna kan er veel, om een verschil te maken. Zo verdedigt Barbara Raes bij Bieke Purnelle de kracht van (artistieke) afscheidsrituelen en schetsen meerdere kunstenaars in onze mozaïek hun noodzakelijke voorwaarden voor een waardige artistieke participatie van kwetsbare groepen.

Kwetsbaarheid, zo vat de openingsdialoog van vijf toneelstudenten al meteen mooi samen, is een vat vol tegenstrijdigheden. Hou dat in je achterhoofd, als je nog eens een selfie post van je gedeukte voorhoofd. ‘De kracht van kwetsbaarheid’ is zelf niet perfect.