Schlam
Door Arnout De Cleene, Michiel De Cleene , op Fri Sep 01 2023 04:30:00 GMT+0000In haar honderdste nummer activeert rekto:verso een archief van twintig jaar kunstkritiek. Arnout en Michiel De Cleene reageren op één pagina uit Wouter Hessels' bijdrage over het documentaireproject Misère au Borinage (1933) in nummer 39 uit 2010.
In 1984 ontstaat brand in een houtdepot aan de voet van terril Saint-Charles, Ransart. Een andere versie spreekt over een buurtbewoner die snoeiafval stookt achterin de tuin. De vlammen doven. Drie weken later zien de omwonenden de berken op de flanken omvallen. Het vuur is doorgedrongen, van buiten naar binnen. Sindsdien smeult de binnenzijde van de terril. Aan de oppervlakte wordt de zwarte schalie rozig. Het landschap dampt.
In Misère au Borinage (1933) van Joris Ivens en Henri Storck verzamelen de mijnwerkers schlam – het steenkooloverschot op de terrils dat te klein is om op de markt te brengen. Met die stukken kunnen de mijnwerkersgezinnen de kachel aanmaken. De minderwaardige kolen hebben hout nodig om te ontbranden: ‘Omdat er geen geld is om hout te koopen, worden de luiken, de omheiningen en de plinten opgestookt.’ De beelden hebben sterke contrasten: silhouetten van mijnwerkers tegen een achtergrond van rook die uit de terrils stijgt. Maar de camera werkt ook tegen: aangewakkerd door haar aanwezigheid, en in een poging om minder armoedig te lijken, rapen de figuranten grotere stukken op dan gewoonlijk.
Hoe hoger we klimmen, hoe warmer de losse bodem aanvoelt. Er groeien planten met paarse bloemen die we niet herkennen. Berken belemmeren het zicht op de omliggende terrils. Verkoolde tronken. We komen te laat om de waterdamp die we van veraf zagen (het had geregend), vast te leggen. Terug aan de voet, Rue Bonnevie, een bewoonster: ‘Il faut revenir. En hiver, pendant la nuit, et quand il fait froid et le vent souffle, la colline brûle.’


Wouter Hessels, ‘Op de maatschappelijke bres met documentairemakers. Joris Ivens en Henri Storck’, nr. 39, 2010, p. 11.
Bekijk deze recto en verso, en andere archiefstukken en reacties uit het honderdste nummer ook hier in hoge resolutie.