Tiki-taka met de tijd

Door Redactie rekto:verso, op Thu Aug 31 2017 22:00:00 GMT+0000

Al jaren noemen we 'onze tijd' een kantelpunt in de geschiedenis, maar hoe lang kan een mens blijven kantelen zonder om - of erbij neer - te vallen? In zijn nieuwste nummer 'Onze Tijd' zoekt rekto:verso het uit.

Hoe blijf je bij de tijd? Weinigen deden het beter dan Leonardo DiCaprio op Nieuwjaar 2013. Op oudejaarsavond hield onze groene jongen samen met Jonah Hill en Margot Robbie, zijn twee tegenspelers van op de set van The Wolf of Wall Street, eerst een vette party op een yacht in Sydney. Eén uur na de jaarwisseling vloog het gezelschap in een gehuurde Boeing 747 - voor zo’n slordige één miljoen dollar - terug naar Las Vegas, om daar in een chique club aan de andere kant van de datumgrens nóg eens af te tellen naar Nieuwjaar.

Sommige momenten beleef je maar één keer in je leven, daarom wil je er twee keer bij zijn? Elk jaar biedt vliegtuigmaatschappij PrivateFly voor 10.000 dollar per kop trouwens een gelijkaardig vip-arrangement aan voor gewone stervelingen. Voor hun dubbele ervaring van het ‘moment suprême’ wordt die ene ultieme tel uitgelengd tot één etmaal.

‘The time is out of joint’, moest Hamlet al vaststellen rond 1600: de tijd is uit zijn voegen. Die bekende repliek is wel eens geduid als een van de eerste verschijningen van een moderne tijdsbeleving, waarmee Shakespeare brak met het middeleeuwse idee van een vaste circulaire orde, veilig geritmeerd door de baan van de hemellichamen. Voortaan werd tijd een grillige mug.

In de twintigste eeuw viel het al bij al nog mee met de vervreemding waarin dat resulteerde. Onder dwang van de industriële prikklok was er tenminste nog het rad van de tijd: elke dag je nikkel afdraaien, nine to five aan de lopende band, voor het just-in-time-management van het industriële kapitalisme. Toen leek de tijd nog ergens naartoe te gaan: naar meer auto’s produceren per uur, naar betaald verlof op tijd en stond, naar een betere toekomst. Toen was ‘vandaag’ nog een brug naar ‘morgen’, over de steeds snellere stroom getiteld ‘vooruitgang’. Ons uurwerk tikte dan wel steeds meer staccato, het tikte wel ergens heen.

Maar vandaag? Vandaag is een open vraag. Al járen noemen we ‘onze tijd’ een kantelpunt in de geschiedenis, maar hoelang kan een mens blijven kantelen zonder om – of erbij neer – te vallen? Bijna hijgerig is ons voortdurende streven om vandaag te vatten, om die grillige mug vast te nagelen tegen de muur van de Grote Verklaring. Elke week kleeft een ander boek onze tijd een nieuw epitheton op. Hij heet – in chronologische volgorde, schrappen wat niet past – spektakelbelust, capsulair, hypergeconnecteerd, vloeibaar, nerveus, transparant, woedend. Hij is tegelijk laat (-kapitalistisch), post (-modern, -seculier) en neo (-liberaal, -conservatief). ‘Vandaag’ lijkt versplinterd in een spervuur van labels. Zoek je dekking? Dan biedt dit dossier je een fijne leeswijzer waarmee je via persoonlijke vragen hét boek over deze tijd kan ontdekken op jouw maat.

Conti-nu

Slechts één zaak is zeker: vandaag zit vast in vandaag. Kunstfilosoof Boris Groys schreef het al in 2009: ‘Today, we are stuck in the present, as it reproduces itself without leading to any future.’ De wijzers van ons uurwerk wijzen niet meer naar morgen, ze draaien gewoon dol. Van hot naar her, van tweet naar tweet, constant overprikkeld door ‘nu nu nu’, conti-nu. Vandaag is niet langer iets wat passeert op het pad van verleden naar toekomst, maar iets waar we in blijven rondtollen, wat we oneindig willen uitputten. Precies zoals DiCaprio op nieuwjaar: onze tijd zozeer overstretchen om het moment niet te missen dat we er feestelijk in verstrikt raken. Eentijdsvoetbal met onze to do’s, tiki-taka met onze tikker, voortdurend dicht op de bal.

Is het daar waar ook in de cultuursector burn-outs ontstaan? Diametraal tegenover Sulaiman Addonia’s portret van de uitgelengde tijdsbeleving van gevluchte kunstenaars, portretteert Bieke Purnelle in dit nummer hoe ons opgejaagde gevoel als cultuurwerkers in precies hetzelfde bedje ziek is: we zijn geen eigenaars meer van onze tijd, van ons systeem tout court.

De wijzers van ons uurwerk wijzen niet meer naar morgen, ze draaien gewoon dol.

‘Gelukkig is er nog vakantie!’ Maar wat is verlof meer dan het luchten van gevangenen, samen in ganzenpas over de Route du Soleil? ‘Vrije tijd’ is vooral gaan betekenen dat we nu altijd en overal, lekker bevrijd van baas en bandwerk, onze eigen prikklok zijn geworden. En morgen? Morgen is pas morgen. Het is een beetje een syndroom, inderdaad. Blijkbaar bestaat er ook een naam voor: ‘hodiecentrisme’. Het heden als houdgreep, terwijl geen van ons Houdini heet. We are stuck in the present: geketend en getekend door het hedendaagse, ook in de kunst.

En daarover gaat dus dit nummer. Frank Raddatz en Walter Weyns fixeren de knoop: we zijn verstoken van verleden, terwijl de toekomst ons niet toekomt. Boris Groys verdedigt het laatste wat we hebben, vóór ook dat opgaat in de algehele vervluchtiging van internet en super-markt: onze archieven, toetssteen van alle vernieuwing. Zijn er dan echt geen uitwegen, geen ontsnappingsmogelijkheden? Misschien wel. Thijs Lijster countert het eeuwige ‘einde van de grote verhalen’ met zijn geloof in ‘sterke verhalen’. Kris Pint ziet dan weer heil in het anachronisme: een gat maken in de tijd, voor een vernieuwd contact met het verleden – wars van nostalgie.

Hoe gisteren vangen voor vandaag en morgen, zónder het zomaar op te geven? Het is een vraagstuk dat onder dit hele nummer stroomt, en achteraan in het nummer uitloopt in meerdere beschouwingen over hedendaagse kunstwerken. Rokus Hofstede deelt zijn passie voor het vertalen van Proust, oppervanger van die verloren tijd. Wouter Hillaert herkent in Crashtest Ibsen van Moeremans&Sons de meest prikkelende actualisering van het theaterrepertoire in jaren. Nadia Sels onderzoekt de tijdsbeleving van Jim Jarmusch, terwijl Isolde Vanhee het moment taxeert dat bewegende film overgaat in stilstaande foto, en omgekeerd. Ready for take-off?

Tien. Negen. Acht. Zeven. Zes. Vijf. Vier. Drie. Twee. Eén. Stap even uit het nu, door er des te dieper in te duiken. Lezen en blijven lezen. Steeds opnieuw. Het is jouw tijd.