Van pool tot pool
Door Redactie rekto:verso, op Wed Oct 03 2018 22:00:00 GMT+0000Allemáál voelen we het op een of andere manier aan ons water, op welke stroom we ook varen: een stijgend gevoel van ‘polarisering’. Vanaf welk punt ga je er als mens, kunstenveld of samenleving aan tenonder?
Dat de samenleving bitsiger wordt. Dat evidente menselijke waarden steeds minder evident blijken. Dat de politiek afglijdt naar populistische oneliners over en weer. Dat alles links en rechts naar extremen trekt. Dat het aan de sociale media ligt. Nee, dat het aan dé media ligt. Dat de rede zoek is, omdat buikgevoel beter verkoopt. Maar dat we ons niet mogen laten verdelen, want dat we dan de terroristen gelijk geven.
Het zijn bijna clichés geworden. Omdat we het allemáál op een of andere manier aan ons water voelen, op welke stroom we ook varen: een stijgend gevoel van ‘polarisering’. Wij-zij denken. Verlies van nuance. Botheid tout court. Vanaf welk punt ga je er als mens, kunstenveld of samenleving aan tenonder?
Wij-zij denken. Verlies van nuance. Botheid tout court. Vanaf welk punt ga je er als mens, kunstenveld of samenleving aan tenonder?
Altijd was die polarisering een bijna vertrouwde over-spanning tussen weerskanten van de ideologische arena: zo strak als een snaar waar steeds dezelfde eenstemmige riedels op te spelen vielen. Tussen conservatieven en progressieven. Tussen ‘moslim-extremisten’ en ‘wij met onze verlichte waarden’. Tussen racisten en antiracisten. Tussen neoliberalen en links-radicalen. En ergens halfweg lag CD&V dan steeds moedig in het midden van het bed: indien niet uitgeteld, dan toch behoorlijk in de war door zoveel middelpuntvliedend geweld.
In de aankomende negen maanden van dit verkiezingsjaar zal die strakke snaar weer met brio snerpende bastonen baren. Feel the bite!
Alleen valt ‘polarisering’ de jongste tijd ook steeds vaker als verwijt binnen de kunstensector. Je weet wel, die vermeende linkse kerk en hobbyclub waar iedereen altijd compleet hetzelfde denkt. ‘Waarom toch altijd zo gepolariseerd?’ Je hoort die verzuchting rond #metoo, in het debat rond diversiteit en dekolonisering, wanneer artiesten hun rechten opeisen tegenover instellingen of er onder kunstenaars generaties onderscheiden worden.
’Waarom toch zo gepolariseerd?’ Moet je dat begrijpen als: ‘Wij die de macht en de mainstream bezetten kunnen al jullie misbaar best missen’? Of eerder als: ‘In de kunsten zullen we er alleen uit geraken als we samen en in dialoog ons gevoel voor complexiteit hoog houden’? Wellicht ligt de waarheid waar ze steeds meer uit verdreven lijkt te worden: ergens in het midden.
De versterking van precies dat midden is ook de hoge inzet van Nederlands filosoof-consultant Bart Brandsma. Vanuit jarenlange praktijkervaring ontleedt hij in zijn boek Polarisatie (2016) de dynamiek van wij-zij denken als een machinerie met vijf rollen (pushers, joiners, the silent, brigde builders en scapegoats), maar ook zeven fasen en vier game changers.
Zijn basisstelling luidt dat conflict en polarisering niet ontstaan door verschil, maar door gelijkenis. ‘We krijgen conflicten met elkaar omdat we allemaal hetzelfde willen: we lijken op de ander. We streven hetzelfde na, en juist omdat er een bepaalde mate van schaarste is, botsen we met elkaar.’
‘We krijgen conflicten met elkaar omdat we allemaal hetzelfde willen’
Terwijl pushers – de buitenboordmotoren achter elke polarisering, van IS tot Wilders – alles inzetten om van identiteitsverschil de splijtzwam te maken, pleit Brandsma voor verandering van onderwerp: niet de identiteit van de ander als inzet van debat, evenmin de schuldvraag, maar de diepere vraagstukken die we binnenboord delen.
In de kunsten zou zo’n onderliggend vraagstuk kunnen luiden: hoe bieden we als veld waardige kansen aan meer kunstenaars, zodat we met onze kunsten een breder publiek kunnen aanspreken? Als het water stijgt, kan je binnenboord maar beter met genoeg riemen in dezelfde richting roeien, is Brandsma’s visie. En voor hem is die richting per definitie depolarisatie. Maar is dat wel altijd zo? Is er dan sowieso niets positiefs aan polarisering, ook niet in bijvoorbeeld een artistieke context?
Middle of the road
Dit nummer onderzoekt ook andere visies. Zo wegen Petra Van Brabandt en Chokri Ben Chikha in hun openende ‘kontro:verso’ de pro’s en contra’s van polarisering tegen elkaar af, om het minstens over één inzicht eens te zijn: iets ‘polariserend’ noemen is ook vaak gewoon een tactiek om de status quo te bewaken. Ook voor Anton Jäger, die met Chantal Mouffe het fenomeen Theo Francken trancheert, rijmt ‘depolarisering’ impliciet op ‘depolitisering’: zonder scherpe ideologische opposities geen politiek. En Hugues Makaba Ntoto schetst datzelfde principe voor de geschiedenis van rap: zonder vetes tussen rappers geen artistieke dynamiek.
In polarisering, kortom, zit muziek. En échte politiek. En zelfs de beste literaire polemiek, voegt Marc Reugebrink daaraan toe. Waar is die polemiek vandaag naartoe?
In polarisering zit muziek. En échte politiek. En zelfs de beste literaire polemiek.
We zouden niet rekto & verso heten, mocht er tegenover zoveel exclamatie van confrontatie niet ook een ander geluid weerklinken. Vanuit elk een andere inspiratie, van queer tot Latour, zagen vier stemmen de binaire basispijlers vanonder de polarisering. Isolde Vanhee en Wannes Gyselinck van hun kant verdedigen de appetijt van ambiguïteit als de onmiskenbare meerwaarde van de kunsten in een kampende samenleving. Yousra Benfquih kan ervan getuigen: met speelse poëzie krijgt ze haar ideeën over onze tijd veel beter binnen bij mensen dan met uitgesproken woordenstrijd.
Kan kunst ons dan toch redden van de polarisering? Het antwoord is niet zwart of wit. Sibo Kanobana ziet zelfs eerder het tegenovergestelde gebeuren: politici die artistieke strategieën recupereren om net extra te polariseren.
Daar valt dit nummer alvast niet van te beschuldigen. De vier dubbelgesprekken die er de ruggengraat van vormen, over actuele spanningen als ‘politiek en esthetiek’ of ‘kleur en klasse’, vallen zelfs verrassend verzoenend uit. Voorbij al het straffe eenrichtingsverkeer in opinies en de ongezouten kakofonie op Facebook zoeken ze een oprechte dialoog, telkens tussen twee stemmen van een andere stroom. Stuk voor stuk komen ze elkaar ergens halverwege tegen: niet zozeer bij de waarheid, maar wel minstens bij meer nuance.
We staan er verdorie zelf van te kijken, hoe rekto:verso juist in dit nummer over polarisering zijn ware wezen ontmaskert: compleet middle of the road. Maar dan toch liever de weg dan het bed.