Vilvoorde
Door Lieven Miguel Kandolo, op Wed Mar 02 2022 20:46:00 GMT+0000Lieven Miguel Kandolo analyseert zijn thuisstad Vilvoorde, de meest diverse én jongste stad van Vlaanderen, maar op vlak van cultuurbeleving hinkt ze achterop. 'Vilvoordenaars geloven erin. Nu de beleidsmakers nog.'
2012 was het jaar waarin ik als eerste van mijn familie de kans kreeg naar het hoger onderwijs te gaan. Binnen mijn toenmalige vriendenkring werd er gezegd dat Sub-Saharaans Afrikaanse jongeren niet gemaakt zijn voor het hoger onderwijs. Een belachelijke gedachte natuurlijk, die bovendien schadelijk is voor jongeren die dromen van studeren. Eén jaar, zo lang gaven sommige kennissen me. Uiteindelijk heb ik twee bachelordiploma’s behaald, in de Rechtspraktijk en het Intercultureel Management. Vandaag is mijn verhaal gelukkig niet uitzonderlijk meer. Ik heb geen deuren geopend, alleen de geopende deuren van de pioniers gebruikt. Velen in mijn stad, Vilvoorde, zijn mij daarin gevolgd. Deze generatie wou klimmen op de sociale ladder en zichzelf bewijzen. Ze stond op en zei ‘nee’ tegen onderdrukking.
Voor Vilvoorde was 2012 een traumatisch jaar. Een vijftigtal jongeren van Maghrebijnse afkomst werden door ronselaars naar Syrië gelokt. Het grootste deel van de Syriëstrijders die vanuit België vertrok, kwam uit Vilvoorde. Ik ben met velen van hen opgegroeid. Hen zien vertrekken was een schok. Beetje bij beetje begon de stad een synoniem te worden voor radicalisering, criminaliteit en islamisme. Een hele generatie kreeg die labels opgeplakt, want zij was in de ogen van velen guilty by association. Net die generatie die zich aan het loswrikken was van armoede en discriminatie werd op brutale wijze neergehaald. Sommigen konden niet meer aan een job geraken. Velen met een migratieachtergrond, vooral moslimjongeren, werden hardhandig aangepakt door de politie, vaak zonder concrete aanleiding. Vandaag, tien jaar later, blijft het spook van radicalisering rondwaren. De bloedige aanslagen hebben de natie nog meer gepolariseerd; de inwoners van Vilvoorde dragen een collectief trauma met zich mee.
Het vertrek van de jongeren was de spreekwoordelijke druppel, het leek alsof Vilvoorde voorgoed gedoemd was. De jonge Vilvoordenaars die hier bleven, voelden zich verloren en sommigen, waaronder ikzelf, wilden zich uit schaamte of angst voor vooroordelen niet langer als Vilvoordenaar identificeren.
Vilvoorde is het laboratorium van Vlaanderen.
Het is zonde, want Vilvoorde heeft veel troeven. Niet alleen is Vilvoorde de meest diverse stad van Vlaanderen, maar ook die met de jongste inwoners, de gemiddelde leeftijd is 38 jaar. De nabijheid van de hoofdstad en de jonge bevolking kunnen de lokale culturele sector doen bloeien. Maar Vilvoorde staat ook voor veel uitdagingen, zoals de armoede die sterker stijgt dan in de rest van Vlaanderen en de gespannen relatie tussen jongeren en de politie. Mijn maat Aimen Horch, gemeenteraadslid in Vilvoorde, heeft gelijk wanneer hij zegt dat Vilvoorde met zijn ongeveer 50.000 inwoners kampt met grootstedelijke problemen vergelijkbaar met een stad als Brussel. Vilvoorde is het laboratorium van Vlaanderen.
We zijn ondertussen tien jaar verder en er is veel veranderd. Het stadsbestuur heeft, onder leiding van burgemeester Hans Bonte, een deradicaliseringsbeleid uitgestippeld dat wordt geprezen door de internationale gemeenschap. Toenmalig president Barack Obama nodigde Bonte zelfs uit op de Global Security Summit. De Amerikaanse regering was onder de indruk van zijn omgang met de familieleden van Syriëstrijders, waarin respect en vertrouwen ten aanzien van alle Vilvoordenaars centraal stond en werd gestreefd naar het deradicaliseren van personen door hun binding met de maatschappij te herstellen.
De jongeren hier creëerden het culturele aanbod dat de gemeente hen niet kon bieden.
Ondertussen namen jongeren het heft in handen om het culturele aanbod te creëren dat de gemeente hen niet kon bieden. Ze organiseerden zich in verenigingen en vonden een manier om de straatcultuur te verzoenen met de mainstream cultuur. In 2015 werd de organisatie 1001 Schakels opgericht om een counternarratief te bieden tegen het negatieve beeld van Vilvoorde, door jongeren onder andere toneellessen, workshops over video- en fotografie of creatief schrijven aan te bieden.
De inwoners van Vilvoorde dragen een collectief trauma met zich mee.
De lijst van bekende en creatieve Vilvoordenaars met een migratieachtergrond is in de afgelopen tien jaar en heel stuk langer geworden. Ish Ait Hamou heeft de dans (letterlijk en figuurlijk) geleid en deuren geopend voor jongeren met een migratieachtergrond door theater te maken en verschillende boeken te schrijven waarin verbondenheid de rode draad is. Tv-gezichten zoals Danira Boukhriss hebben, niet gehinderd door de negatieve beeldvorming over de stad, hun plaats opgeëist in het medialandschap. Modellen zoals Chris en Jake Marcelo begonnen kleinschalig op Instagram en sieren nu internationale catwalks. Ik ben ervan overtuigd dat jongeren in cultuur een uitweg zochten voor het collectieve trauma en zo zijn kunnen doorgroeien in hun vak.
Het werk van deze makers inspireert. Toch is er nog een lange weg af te leggen. Vilvoorde blijft achteraan het peloton hinken op vlak van cultuurbeleving voor jongeren. De Vilvoordse politiek doet vandaag nog steeds niet genoeg om cultuur te laten opleven. De politiek en het middenveld moeten in de jeugd investeren, opdat de vicieuze cirkel van financiële en culturele armoede wordt doorbreken en deze generatie kan floreren. Dat kan alleen als we van traumaverwerking een collectief verhaal maken.
Daarom kijk ik niet enkel naar wat ontbreekt binnen het Vilvoordse cultuurbeleid, maar wil ik mijn blik richten op de talentvolle jongeren die tonen hoe het beter kan. Ook in het kader van een cultuurbeleid moeten we hen actief opzoeken en luisteren naar hun noden. Vilvoordse beleidsmakers zullen moeten bijdragen aan een sfeer waarin geen haat maar hoop wordt gepredikt. Hoop voor jongeren die een droom koesteren in deze kleine stad. Vilvoordenaars geloven erin. Nu de beleidsmakers nog.