Voor mij een overdaad aan lauwe mosselen, graag
Door Nico Kennes, op Mon Jul 17 2017 18:10:00 GMT+0000Spelen voorprogramma’s bij grote muziekbands echt in zulke jammere omstandigheden dat het clubcircuit ze maar eens moet herbekijken? Tegen de indrukken van Bert Van Raemdonck in richt ik me op mijn beurt graag tot programmatoren: blijf vooral support acts boeken!
Beste Bert, eind vorige week las ik je opiniestuk op de website van rekto:verso, waarin je – ei zo na – stelt dat voorprogramma’s maar beter afgeschaft kunnen worden. Zelden heb ik zo luidkeels inwendig 'nee, nee, nee!' geroepen als toen. Eerst probeerde ik mezelf dan maar wat te kalmeren, me wijs te maken dat je het toch eigenlijk allemaal wel goed bedoelt (wat vast ook zo is). Ik beloofde mezelf niet te impulsief te reageren, want emotie is zelden een goede raadgever.
Maar hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik denk dat ik je discours van tegengewicht moet voorzien. Omdat je bericht daarna ook nog op de website van Knack Focus verscheen, omdat het honderden keren gedeeld werd, en bovenal omdat ik merk dat zowat iedere muziekfan en -professional die ik ken, het er niet mee eens is.
Double bills
Maar laat ik eerst nog een poging tot een constructieve dialoog doen. Want ik wil wel degelijk geloven dat je een muziekliefhebber bent, en dus – laten we daar toch vanuit gaan – het beste voorhebt met (jonge of beginnende) muzikanten. Je pleidooi voor een manier van programmeren die meer neigt naar ‘double bills’ dan naar ‘support acts’ bijvoorbeeld, dat is nobele convictie. Het is inderdaad zo dat voorprogramma’s vaak last minute worden aangekondigd, mede daardoor lang niet evenveel (pers)aandacht krijgen als de headliner in kwestie, en niet zelden ver onder om het even welk loonbarema betaald worden.

Dat is een penibele kwestie, een discussie die al jaren meegaat en ook aan bod kwam op de Muzikale Terzake van Poppunt, AB, ClubCircuit en Kunstenpunt. Maarten Quaghebeur (Rockoco), Kurt Overbergh (AB), Eva Meyer (t-heater), Wannes Cappelle (Het Zesde Metaal) en Delphine Hesters (Kunstenpunt) bediscussieerden toen de stelling om ‘minder, maar beter’ te programmeren, naar aanleiding van het onderzoek naar verloning van kunstenaars in Vlaanderen.
Een finale consensus of een hapklare oplossing kwam er toen niet. Maar – en nu richt ik me op mijn beurt tot onze muziekprogrammatoren over het hele land – als jullie voor die (legitieme) logica zouden opteren, laat het dan alsjeblieft nu net niét de voorprogramma’s zijn die het onderspit moeten delven! Laten we nu net niét met z’n allen alleen maar ‘een week, een maand of soms een jaar’ uitkijken naar de gevestigde waarden, de grote namen en de zekerheden.
Mosselen vs kreeft
In tegenstelling tot Bert zijn er wel degelijk mensen die genieten van een voorprogramma. Mensen die openstaan voor nieuwe ontdekkingen. Mensen die een kleinere of onbekende act niet per definitie zien als een onoverkomelijk kwaad. ‘Wie kreeft bestelt, kan je echt geen plezier doen met een lauwe kom mosselen als voorgerecht’? Seriously? Ik moest even slikken. Behalve dat die uitspraak uitgaat van de op geen enkele grond van waarheid gefundeerde vooronderstelling dat support acts per definitie slecht zijn, is er ook een héél eenvoudige oplossing voor! Als je geen behoefte hebt in ‘een paar mindere goden’: check dan de website van de zaal en wandel binnen als het hoofdprogramma begint! Er is vast wel ergens een restaurant met kreeft op het menu, waar je dat half uurtje gezellig kan gaan smikkelen.

Nogmaals: in tegenstelling tot jou zijn er wel degelijk mensen die mosselen lusten. Dat die de ene keer wat beter smaken dan de andere, daar kunnen wij mee leven. Dat houdt het spannend. En dat geldt trouwens net zo goed voor headliners.
Behalve muziekliefhebber ben ik zelf overigens ook muzikant. En ik kan je met de hand op het hart vertellen dat de mooiste (muziek-)avond uit mijn leven tot nu toe, het moment was waarop we met Barely Autumn het voorprogramma van Sophia mochten verzorgen, in een tot de nok gevulde Ancienne Belgique. Ook al waren we – toen iets langer dan een halfjaar bezig – allicht lang niet zo’n geoliede machine als de helden die ons nadien op het podium kwamen aflossen.
Mentale wat?
Je stelt dat de afkeer van het voorprogramma (‘mentale weerstand’) zozeer in de lucht van de zaal hangt, dat de muzikanten op het podium niet anders kunnen dan eronder te bezwijken. Welaan dan. Dat het meer vertrouwen schept om te weten dat je zelf 2.000 kaartjes hebt verkocht, dan dat je jezelf moet gaan bewijzen voor een publiek dat nog nooit van je groep heeft gehoord. Daar kan ik inkomen. Maar dat hoort er toch gewoon bij, denk ik dan? Als bekendheid een vereiste zou gaan worden om een concert te mogen spelen, laten we dan met z’n allen voor de vijfentwintigste keer naar Metallica of U2 gaan kijken, en vooral hopen dat we alles tot en met de bindteksten mee kunnen 'lip synchen’.
Ik zal je trouwens een geheimpje verklappen: net zoals Hetfield en Bono, zijn je favoriete groepen – Slowdive, Japandroids en Cocaine Piss – ook allemaal ooit support act geweest. Bij die laatste is dat niet eens zo lang geleden. Sterker nog: zonder zich in het verleden te degraderen tot een lauwe kom mosselen, zoals je dat zo lyrisch stelt, had hun naam vandaag nooit bovenaan de affiche gepronkt.
Sabotage
Welke programmator of directeur zou zijn technisch personeel in godsnaam de opdracht geven het voorprogramma zo slecht mogelijk te laten klinken?
Pas wanneer je verderop in je pleidooi van wal steekt over technische sabotage van de voorprogramma’s, verliest je argumentatie helemaal de trappers. Als je als band geen eigen geluids- of lichttechnicus kunt meebrengen, is de kans misschien inderdaad iets groter dat er een onverwacht probleem de kop op steekt. Maar welke programmator of directeur zou zijn technisch personeel in godsnaam de opdracht geven het voorprogramma zo slecht mogelijk te laten klinken?
‘Nee, nee, nee!’, gonst het alweer door mijn hoofd. Hier moest ik op reageren. Mijn excuses voor het oponthoud: eerst nog ergens op een wei in Dour ‘nieuwe muziekgroepjes’ in mijn ‘mentale notitieboekje’ gaan schrijven.
Dus beste muziekprogrammatoren: blijf vooral support acts boeken! Als het even kan in zo goed mogelijke – financiële, technische en promotionele – omstandigheden. De ene levert daarvoor al wat meer inspanningen dan de andere. Maar de mossel-lovers onder ons weten dat de overgrote meerderheid van jullie met hoofd, hart en ziel bij het talent van morgen zit.
Tot binnenkort in jullie zalen,
Nico