Voorbij het verlangen naar eeuwige jeugd en de angst voor de ouderdom
Door Aagje Swinnen, op Wed May 31 2023 22:00:00 GMT+0000Wat als jeugd niet the only thing worth having is? Aagje Swinnen ontleedt het verlangen naar de eeuwige jeugd in film en literatuur. En nodigt uit tot een speculatieve oefening.
Heb jij je al een keertje laten verleiden tot periodiek vasten, de aanschaf van een abonnement voor krachttraining of een extra prijzige antirimpelcrème? En was die beslissing ingegeven doordat je naar jezelf keek vanuit de blik van een ander voor wie het allemaal wat strakker en gladder zou mogen? Waarschijnlijk wel. Het is moeilijk om weerstand te bieden aan de anti-agingindustrie die ons belooft langer jong – en dus mooi en gezond – te blijven mits de juiste levensstijl. Ze gaat vaak gepaard met wetenschappelijk verantwoorde dikdoenerij (die maar half klopt) en een legertje van woordvoerders (van wie we allemaal weten dat ze hun aantrekkelijke uiterlijk niet te danken hebben aan wat ze verkopen). Maar wat zit er achter het verlangen naar een jeugdig voorkomen en de vrees voor de impact van tijd op lijf en leden? En hoe kunnen we daaraan ontsnappen? Ouder worden is immers een natuurlijk proces waartegenover iedereen zich vroeg of laat zal moeten verhouden.
Fantasieën over de verlenging van de levensduur
Fantasieën over hoe we het verouderingsproces een halt kunnen toeroepen zijn eeuwenoud en brengen ons automatisch bij het genre van het speculatieve, een verzamelnaam voor verhalen die een wereld schetsen die afwijkt van de echte, en die ons uitnodigen kritisch te reflecteren op wat we als vanzelfsprekend ervaren. Volgens medisch historicus Gerald Gruman gaan die fantasieën terug tot de vroegmoderne tijd waarin de grens tussen legende en magie enerzijds en geschiedenis en wetenschap anderzijds nog niet zo scherp getrokken was. Gruman was de eerste die longevity legends (verhalen waarin de levensduur wordt verlengd op manieren die buiten de controle van de mens liggen) systematisch bestudeerde. In zijn A History of Ideas about the Prolongation of Life (1966) bracht hij drie transculturele thema’s voor het voetlicht. Antediluviale verhalen gaan over mensen die significant langer leefden in het verleden, bijvoorbeeld Metusalem die 969 jaar oud werd volgens het Oude Testament. Gruman gebruikt de term hyperboriaans om legenden te benoemen over afgelegen plekken waar mensen buitengewoon oud worden – denk aan het Elysium in de Griekse mythologie. Het derde thema dat misschien nog het meest resoneert met onze tijd is de fontein der jeugd. Het verwijst naar allerlei materiën die het mogelijk maken de levensduur te verlengen. Een voorbeeld uit de kunstgeschiedenis is het schilderij ‘Der Jungbrunnen’ (1546) van Lucas Cranach de Oudere. Dat beeldt uit hoe oudere vrouwen verjongd uit de bron komen waar oudere mannen hen opwachten en zich in hen verlustigen. Toen Juan Ponce de Léon op zoek ging naar een soortgelijk elixir, leidde dat volgens de overlevering tot de ontdekking en kolonisatie van Florida in het begin van de zestiende eeuw. Het is ietwat ironisch dat Florida nu de Amerikaanse staat bij uitstek is waar rijke ‘pensionado’s’ komen overwinteren in ‘bejaardenkolonies’ zoals Sun City.
Gulliver’s Travels laat de lelijkheid van onsterfelijkheid zien wanneer die niet gepaard gaat met eeuwige jeugd.
Longevity legends liggen ten grondslag aan speculatieve fictie die tot de literaire canon is gaan behoren, zoals Gulliver’s Travels (1726) van Jonathan Swift. Tijdens een van zijn reizen komt Gulliver terecht bij de inwoners van het imaginaire eiland Luggnagg, struldbruggs genaamd. Struldbruggs met een rode stip boven hun linkerwenkbrauw zijn onsterfelijk. Ze volgen de typische stadia van de levensloop totdat ze de leeftijd van tachtig jaar hebben bereikt en uit al hun rechten worden gezet. De gruwel schuilt niet alleen in het lichamelijke en cognitieve verval van de struldbruggs, maar ook in de gedragsmatige veranderingen die door hun onsterfelijkheid worden veroorzaakt. De struldbruggs met een rode stip worden neergezet als ‘opinionative, peevish, covetous, morose, vain, talkative, but incapable of friendship, and dead to all natural affection’ en zijn jaloers op jongere en oudere inwoners die wel kunnen sterven. Het boek van Swift laat de lelijkheid van onsterfelijkheid zien wanneer die niet gepaard gaat met eeuwige jeugd. Ouderdom krijgt hier dus een uiterst negatieve connotatie. Christopher Martin wijst er in ‘Fantasies of Prolongevity in Early Modern Culture' (2023) op dat het verlangen om onsterfelijk te worden vanaf 1800 gepaard gaat met een toenemende agistische houding, die ouderdom tegenover jeugd plaatst. Terwijl Cranach de fontein der jeugd in ‘Der Jungbrunnen’ gebruikt om oudere mannen te bespotten die zich gedragen als bokken die een jong blaadje lusten – hier bestaan overigens allerlei vroegmoderne variaties op zoals de oven die vrouwen weer jong bakt in de prent ‘Der Jungofen für Frauen’ (ca. 1550) van Anthony Corthoys –, worden ouderdom en het verouderingsproces nu zelf voorwerp van kritiek.

Een boek dat ingaat op die negatieve kijk op ouderdom is de dystopische roman The Fixed Period (1882) van Anthony Trollope. Het verhaal speelt zich af in Britannula, een fictieve Britse kolonie in Nieuw-Zeeland. Nadat het onafhankelijk geworden is, voert president John Neverbend een wet in die euthanasie voor oudere mensen verplicht. Zijn argument: ‘It is self-evident that at sixty-five a man has done all that he is fit to do. He should be troubled no longer with labour, and therefore should be troubled no longer with life.’ Na wat gepalaver wordt beslist dat op de leeftijd van 67 jaar inwoners worden ondergebracht in een instituut genaamd The College, gelegen in Necropolis. Van daaruit moeten ze vertrekken voor ‘crematie’, zodat precies een jaar later, op hun 68ste, het hele proces is voltooid. De protagonist, Gabriel Crasweller, gaat aanvankelijk akkoord met de wet maar bedenkt zich zodra hij de opgelegde leeftijdsgrens nadert. De roman gaat over zijn strijd met een systeem dat hem wil ombrengen. Uiteindelijk heroveren Britse strijdkrachten het land en maken de wet ongedaan. Andrea Charise stelt in The Aesthetics of Senescence (2020) dat The Fixed Period een toenemende maatschappelijke bezorgdheid registreert over de vergrijzing van de Britse bevolking aan het einde van de negentiende eeuw. De visie van president Neverbend combineert kapitalistische doelen (productiviteit) met humanitaire offers (plaats maken voor jongere mensen). Dat klinkt griezelig actueel in het licht van de coronapandemie, toen ouderen en jongeren tegen elkaar werden uitgespeeld in het publieke debat, bijvoorbeeld door te stellen dat de ene groep zich best kon ‘opofferen’ voor de andere. Een saillant detail is dat Trollope The Fixed Period schreef toen zijn gezondheid kwakkelde en vrij kort na de publicatie van het boek stierf op de leeftijd van – jawel – 67 jaar en 8 maanden.
Het culturele script van verplichte jeugdigheid
In Swifts verhaal van de struldbruggs staat ouder worden voor onherroepelijke fysieke, mentale en sociale achteruitgang, terwijl Trollope de nadruk legt op improductiviteit en economische neergang. De hardnekkige culturele voorstelling van ouder worden als verval heeft Margaret Morganroth Gullette de decline narrative genoemd. Het narratief bestaat al eeuwen, maar krijgt steeds een iets andere invulling. Vandaag is dat een weerzin tegen ziekte en beperking, waarmee ouderdom vaak wordt gelijkgesteld. Dat klinkt bijvoorbeeld door in de slogan ‘La retraite avant l’arthrite’ bij het Franse protest tegen de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd – alsof iedereen vanaf 64 ziek, zwak en misselijk is. Ook al is die slogan hyperbolisch bedoeld, hij illustreert hoe agisme en validisme met elkaar zijn verstrengeld. Soms wordt het verouderingsproces zelf als ziekte bestempeld, de meest dodelijke ziekte als je deze logica volgt. In zijn boek Ending Aging (2007) beschrijft biogerontoloog Aubrey de Grey zeven stappen aan de hand waarvan we massale verjonging kunnen verwezenlijken. Een van die stappen is het bestrijden van celveroudering. Door het al negatief beladen woord veroudering hier metaforisch toe te passen op celontwikkeling en het ouder worden – een proces waar een mens niet onderuit kan – tot vijand te verklaren, draagt wetenschap hier zelf bij aan de kwalijke anti-agingretoriek, betoogt John A. Vincent in ‘The Cultural Construction of Old Age as a Biological Phenomenon’ (2008). Wetenschap schuurt hier tegen speculatieve fictie aan. De Greys verregaande transhumanistische fantasieën echoën immers de longevity legends hierboven beschreven. Het is ook geen toeval dat hij zichzelf graag presenteert als een Metusalem-lookalike.
Hoe ouder je wordt, des te moeilijker je succes in de vorm van jeugdigheid kunt incarneren en des te meer risico dat je jezelf voor schut zet.
Gezondheid is vandaag een superwaarde én een morele plicht geworden. In een doorgedreven vrijetijds- en consumptiecultuur krijgen oudere mensen voortdurend de opdracht om te ontsnappen aan de voorstelling van ouder worden als verval door te streven naar zelfredzaamheid, activiteit en gezondheid. Dat is wat we ‘succesvol ouder worden’ zijn gaan noemen. Er is een hele anti-aging-industrie opgetuigd om de markt van de derde leeftijd aan te boren. Succesvol ouder worden is sterk ingegeven door een ideologie van permanente jeugdigheid. Hailee Gibbons (2016) spreekt van compulsory youthfulness in haar gelijknamige artikel, naar analogie van de begrippen compulsory heterosexuality in queer studies en compulsory able-bodiedness/mindedness in disability studies. Zij definieert het als ‘the social mandate to maintain the ideals of youthfulness in regards to ability, memory, health, appearance, activity, energy, sexuality, and social roles throughout the life course, including in later life’. Jeugdigheid is dus een cultureel ideaal dat niet per se aan kalenderleeftijd is gekoppeld. Het is een cultureel script dat we allemaal moeten belichamen, en dat op elke leeftijd. In tegenstelling tot de populaire leus ben je dus niet zo jong als je je voelt, maar wordt er van je verwacht dat je je jeugdig gedraagt. Maar hoe ouder je wordt, des te moeilijker je succes in de vorm van jeugdigheid kunt incarneren en des te meer risico dat je jezelf voor schut zet. Sowieso kunnen mensen niet te allen tijde voldoen aan dit ideaal. Ons hele leven zijn we kwetsbaar, zowel fysiek en mentaal als relationeel en existentieel. Er hangt ook een prijskaartje aan de anti-aging-levensstijl, wat hem ontoegankelijk maakt voor een grote groep mensen. Er is herhaaldelijk gewezen op het verband tussen succesvol ouder worden en compulsory youthfulness enerzijds en wit privilege anderzijds. En ook het gegenderde en heteronormatieve karakter van succes en jeugdigheid wordt bekritiseerd.
Variaties op de geijkte levensloop
We hebben dus andere, fantasierijke modellen nodig voor de laatste levensfase en de levensloop tout court. Als we daarvoor opnieuw te rade gaan bij speculatieve fictie is de oogst misschien wat mager. In vergelijking met speculatieve romans en films die gendernormen ter discussie stellen en dekoloniale of posthumanistische perspectieven bieden sinds de jaren 1970, wordt er opvallend minder creatief met leeftijd omgesprongen als identiteitscategorie. De recente horrorfilm Old (2021), geregisseerd door M. Night Shyamalan en gebaseerd op de graphic novel Château de sable (2010) van Pierre Oscar Levy, gaat bijvoorbeeld over medische experimenten die zonder geïnformeerde toestemming worden uitgevoerd. Om geen kostbare tijd te verliezen in het beoordelen van de doeltreffendheid van de nieuwe medicatie worden proefpersonen onderworpen aan een versneld verouderingsproces. Het gros van de film gaat over hoe de personages op een afgelegen strand gruwelen bij de ontdekking dat hun cellen snel verouderen – wat doet vermoeden dat de makers van deze film geïnspireerd zijn door anti-aging-wetenschappers als De Grey. Celveroudering wordt hier gelijkgeschakeld aan ouder worden tegen een snelheid van een jaar per half uur. In een horrorscenario betekent dat uiteraard een snellere race naar de dood. Maar de horror zit hem niet alleen in de angst voor de dood. Het personage Chrystal bijvoorbeeld, een trophy wife, vindt het verschrikkelijk dat het ouder worden haar afzichtelijk maakt en in sneltempo lichamelijk doet aftakelen.
Hedendaagse speculatieve fictie leidt zelden tot een fundamentele discussie over hoe stereotiepe opvattingen over jeugd en ouderdom agisme en validisme in de hand werken.
Terwijl de levensloop wordt versneld in Old, wordt hij in andere films bevroren of omgekeerd. In The Age of Adaline (2015), onder regie van Lee Toland Krieger, blijft het hoofdpersonage jong gedurende bijna een eeuw. Ze is voortdurend op de vlucht om niet als curiosum bekend te staan. Daarbij moet ze kind en geliefden achterlaten. Het hoofdpersonage in The Curious Case of Benjamin Button (2008), geregisseerd door David Fincher naar het kortverhaal van F. Scott Fitzgerald uit 1922, maakt een omgekeerde ontwikkeling door. Hij wordt geboren in een oud lichaam en sterft in een jong lijf. In beide films is de afwijking van geijkte leeftijdsfasen en bijbehorende leeftijdsscripts, wat Elizabeth Freeman chrononormativiteit heeft genoemd in Time Binds (2010), een manier om tragische liefdesverhalen te brengen. Adaline is eenzaam omdat ze afgesneden is van een toekomst waarin ze gelukkig oud kan worden samen met een levenspartner. Benjamin en zijn grote liefde Daisy hebben nauwelijks de kans om hun levens op elkaar af te stemmen door de omgekeerde chronologie. Zelfs in de horrorfilm Old is er een romantische plot. Guy and Prisca Cappa willen eerst scheiden, maar sterven samen op het strand nadat ze zich met elkaar hebben verzoend. Hun twee kinderen ontsnappen aan het medische verouderingsexperiment en zo wordt de orde hersteld – zij hebben nog een toekomst. Deze focus op particuliere (en witte en heteroseksuele) liefdesgeschiedenissen leidt zelden tot een meer fundamentele discussie over hoe beknellend chrononormativiteit kan zijn of hoe stereotiepe opvattingen over jeugd en ouderdom agisme en validisme in de hand werken. Hedendaagse speculatieve fictie houdt ons maar zelden een spiegel voor wat de voorstelling van leeftijd betreft.
Wat als jeugd niet the only thing worth having is, om de beroemde woorden van Dorian Grey te parafraseren uit de enige – speculatieve – roman van Oscar Wilde? Hoe gaat onze wereld eruitzien als we jeugdigheid en alles wat daarvoor staat (gezondheid, schoonheid, aantrekkelijkheid, innovatie, vooruitgang, toekomst enz.) niet meer als de norm beschouwen? Als we stoppen met fantaseren over de eeuwige jeugd en in de plaats daarvan de eindigheid en kwetsbaarheid omarmen en het ouder worden, met alles wat erbij komt kijken, herwaarderen? Welke intergenerationele relaties zouden er mogelijk worden als we losser omspringen met normatieve leeftijdsscripts en hoe zou dat educatieve trajecten en carrières veranderen? Hoe zou een nieuwe esthetiek en erotiek van het oudere lichaam eruitzien?
Iedereen heeft baat bij meer creatieve en radicale speculatieve oefening.