Waarom de AB terecht een MIA heeft gekregen
Door Bart Steenhaut, op Thu Feb 01 2018 15:00:00 GMT+0000Deze week werden in Paleis 12 voor de elfde keer de MIA’s uitgereikt, de jaarlijkse onderscheidingen in de muziekindustrie. De Sector Lifetime Achievement Award ging naar de Ancienne Belgique. Dubbel en dik verdiend, vindt Bart Steenhaut. Wat vind jij? Discussieer onder zijn lofrede mee over de AB en zijn toekomst.
‘Met deze award brengen de VRT en Kunstenpunt hulde aan een persoon of organisatie die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de ondersteuning en ontwikkeling van de Vlaamse muzieksector’, stelde de openbare omroep twee weken geleden al in een persbericht. De prijs werd pas vorig jaar in het leven geroepen. Toen werd Herman Schueremans bekroond voor bewezen diensten.
De AB slaagt erin om een goed draaiend bedrijf te blijven, zonder plat op de buik te gaan.
Dirk De Clippeleir, de algemeen directeur van de Ancienne Belgique, is uiteraard verguld met deze erkenning. ‘Deze MIA is een eerbetoon aan de hele ploeg en aan de vele honderden mensen die ooit voor AB hebben gewerkt. Zij hebben AB gemaakt tot wat het nu is: een internationaal geroemd muziekhuis waar jong talent de kans krijgt om te groeien en waar muziekliefhebbers het beste uit alle muzikale genres kunnen ontdekken.’
Klinkt als een promopraatje, misschien. Maar het klopt wel. Zeker: ook in het buitenland hebben ze zalen waar zoveel optredens worden georganiseerd dat je haast van een concertfabriek kan spreken. Al is de AB is uiteraard veel meer dan dat. Laat de naam vallen, en je denkt er meteen een visie bij.
Vinger aan de pols
De AB slaagt erin om een goed draaiend bedrijf te blijven, zonder plat op de buik te gaan. Okay: er staan wel eens kandidaten uit The Voice of X-Factor op het podium. Maar net zo goed – en zelfs veel vaker – krijgt jong en onbekend talent er de eerste kansen. Geen enkele plek zo belangrijk voor een muzikant als een podium. Als er ook nog eens veel volk voor dat podium staat, is dat belangrijker dan een goeie gage.

In de AB spelen geeft je exposure. Omdat iedereen die invloed heeft in de muziekindustrie er veelvuldig over de vloer komt. Met een beetje geluk loop je er je toekomstige manager tegen het lijf, hou je er een booker aan over, of staat er toevallig een talentscout van een platenfirma in de zaal die het potentieel van je songs erkent, en denkt dat er geld aan te verdienen valt.
Louter theoretisch zou dat uiteraard net zo goed kunnen gebeuren tijdens een optreden in Café Onder Den Toren in dorp X of Y. Maar de praktijk wijst anders uit. De AB is al sinds jaar en dag de place to be, zowel op als voor het podium. Er zit dus potentieel veel meer in een optreden als voorprogramma van een voorlopig nog grotere, populairdere act dan alleen maar een handvol songs zingen.
Bovendien: optreden in de Ancienne Belgique staat goed op je cv. Want wat De Clippeleir zegt is niet gelogen: het is een zaal met internationale uitstraling. Een zaal waar ze de vinger aan de pols houden, ook. Zowat iedereen die ertoe doet heeft er opgetreden: Coldplay, The Cure, U2, The Red Hot Chili Peppers, Lou Reed, The White Stripes, Oasis, Elbow en Kraftwerk. Het bleef ook niet bij rockiconen alleen. Edith Piaf, Jacques Brel en Charles Aznavour zongen er ook.
De AB is niet meteen de mooiste concertzaal, maar wél een van de best klinkende.
Welke zaal kan op zo’n rijk gevulde geschiedenis terugblikken? Zoals Jeff Tweedy van Wilco het zei, tijdens één van hun concerten in de hoofdstad: ‘Belgium: you are lucky to have AB in your town. Best venue ever.’ Nu is het een publiek geheim dat artiesten naar eigen zeggen élke avond in eender welke stad voor the greatest audience in the world optreden. Maar dàt zegt Tweedy niet elke avond.
De AB is niet meteen de mooiste concertzaal, maar wél een van de best klinkende. Dat er een volledig uitgeruste opnamestudio in onder is gebracht, doet de internationale reputatie uiteraard ook geen kwaad. Onder meer Roisin Murphy en Arno namen er elk een liveplaat op, Iggy Pop liet er een concert filmen dat later op dvd werd uitgebracht.
Uitgestoken nek
Daarnaast zijn er in het recente verleden knappe initiatieven geweest die bepalend zijn geweest voor de carrière van bands uit alternatieve hoek. Het meest evidente voorbeeld is uiteraard het avontuurlijke Domino Festival, dat van 1996 tot 2011 een podium gaf aan veelal onbekend talent uit alle hoeken van de wereld. Vaak dwars en tegendraads, maar wél boeiend en spannend. Battles, LCD Soundsystem, Squarepusher en Four Tet zetten er hun eerste stappen. Geen enkele van die acts lonkte expliciet naar de mainstream, maar toch wisten ze nadien door te breken naar een groot publiek. Het festival stopte op een hoogtepunt uit angst om in herhaling te vallen.
Of het lukt om die koppige koers in de toekomst aan te houden is een open vraag.
Maar de eigenzinnigheid is gebleven. Er kwamen gelijksoortige evenementen zoals Autumn Falls en Silence Is Sexy. Dat laatste festival – opgebouwd rond hedendaagse klassieke muzikanten die ook moderne elektronica omarmen – is opnieuw een succes. Net zoals Boterhammen in het Park, dat intussen zijn zilveren jubileum heeft gevierd. En de Rewind-reeks waarbij classics in de Belgische platengeschiedenis weer tot leven worden gewekt.
Eerder deze week werd bovendien BRDCST aangekondigd, wéér een festival dat in een grote boog om de mainstream loopt, en de bezoeker uitdaagt om muziek te ontdekken die je niét automatisch via Spotify of Apple Music wordt gesuggereerd. Aan ideeën, kortom, geen gebrek.
Vorig jaar nam de programmatie opnieuw een andere wending. Jazz vierde haar honderdste verjaardag, en de AB besloot zijn programmatie daar gedurende de hele loop van 2017 aan aan te passen, ten nadele van veel commerciëlere – en dus ook lucratievere – muziek. Elke concertorganisator weet: jazz ligt moeilijk. Niet omdat er geen belangstelling voor is, maar omdat de perceptie bestaat dat het een genre is waar je niet voor betaalt. Jazz, dat hoor je gratis op café. Maar artistiek directeur Kurt Overbergh – zoals bekend een grote liefhebber van het genre – stak zijn nek uit, en bood zo veel mogelijk hedendaagse jazzmuzikanten een platform in de Ancienne Belgique.

Natuurlijk waren er publiekstrekkers als Gregory Porter, BadBadNotGood en Thundercat, naast Belgische grootheden als Stuff en Jef Neve. ‘Er gebeuren op dit moment waanzinnig veel interessante dingen in de jazzwereld, een echt godsgeschenk voor ons’, verdedigde hij zijn keuze. ‘Maar los daarvan is jazz ook gewoon een tijdloos genre: net zoals we nu nog steeds naar Beethoven luisteren, zullen ook de liedjes van Ella Fitzgerald of Billie Holiday nog honderden jaren meegaan. We beschouwen het als onze rol om mensen met de jazztaal te laten kennismaken.’
Eigen smoel
Daarmee zet de Ancienne Belgique haar traject als meest eigenzinnige cultuurtempel van het land verder. Niet alleen entertainen, maar ook onderwijzen. Middels publieksinterviews met optredende artiesten, die de toeschouwers inkijk geven in het creatieve proces, en met luistersessies rond klassieke, invloedrijke platen in AB Salon, telkens voorzien van tekst en uitleg. Het is geen evidente weg om te volgen, maar wél een die verder gaat dan gewoon gemakkelijk geld verdienen aan grote namen.
De concerten in de grote zaal zijn aan de dure kant.
Of het lukt om die koppige koers in de toekomst aan te houden is een open vraag. Vanuit zakelijk perspectief is het alleszins zo dat het livecircuit meer dan ooit de plek is waar het gebeurt. De verkoop van fysieke muziek kalft jaar na jaar verder af, en daarmee ook de inkomsten die daaruit gegenereerd worden. Bands zien zich bijgevolg gedwongen om vaker de baan op te gaan. Die evolutie is toe te juichen, want voordelig voor écht goeie live-acts. En vanzelfsprekend spelen die het liefst in zalen met een uitgesproken profiel. Op dat vlak heeft de AB eerlijk gezegd nauwelijks concurrentie in België. Wie weet vandaag nog waar de Gentse Vooruit voor staat, bijvoorbeeld?
Alleen al daarom is die MIA voor de Ancienne Belgique dus dubbel en dik verdiend. Maar dat wat wil niet zeggen dat er geen kanttekeningen te maken zijn. De concerten in de grote zaal zijn – zeker in vergelijking met gelijkaardige plekken in onze buurlanden – aan de dure kant. En eerlijk is eerlijk, de AB mist de huiselijke warmte die bijvoorbeeld de Antwerpse Roma wél heeft. Nauwelijks floepen de zaallichten aan, of je wordt er – de ene keer al subtieler dan de andere – meteen buiten gekuist.

Maar als iconische plek in het Belgische concertlandschap torent de AB toch hoog boven de rest uit. Ondanks hun grotere capaciteit is niet het Sportpaleis, de Lotto Arena of Vorst Nationaal de referentie in Vlaanderen en Brussel. Dat blijft die zaal aan de Anspachlaan.
En dan laten we voor het gemak nog even buiten beschouwing dat de Ancienne Belgique tweejaarlijks de plaats van afspraak is voor de finale van HUMO’s Rock Rally, waar talloze Belgische bands – dEUS, Noordkaap, Gorky, Milow, Evil Superstars, Novastar – de eerste regels van hun succesverhaal schreven. En laat ons ook niet vergeten dat de ZAMU’s, de prille, wat klungelige voorlopers van de MIA’s, werden uitgereikt in (maar niet door) de AB.
Mooi dus dat ze nu zélf in de bloemetjes zijn gezet. Alleen jammer dat het uitgerekend in Paleis 12 moest gebeuren, akoestisch wellicht de meest desastreuze zaal die ons land rijk is.