Zeilen op eigen kompas: de culturele sector van Jordanië in tijden van Covid-19

Door Mariam Shahin, op Fri Aug 07 2020 16:53:00 GMT+0000

Op het moment dat een landelijke lockdown werd afgekondigd om de verspreiding van Covid-19 in Jordanië te stoppen, voerde de regering van het land de krijgswet in. De nationale culturele sector bleef achter zonder enige vorm van gerichte steun. Hoe kan de culturele sector in Jordanië overleven?

Op 20 maart 2020 kwam het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, een land met een bevolking van tien miljoen mensen en ongeveer drie miljoen geregistreerde vluchtelingen, in een landelijke lockdown terecht. Een gebrek aan stedelijke decentralisatie en een nijpend probleem van overbevolking in vluchtelingenkampen en in de grote steden maakten het een uitdaging om de Covid-19-uitbraak onder controle te krijgen. Met een economie gebaseerd op vier grote sectoren (algemene industrie, bankwezen en financiën, transport en telecom, en toerisme), moest de regering een crisis afweren nadat de lockdown alle economische activiteit tot eind mei 2020 had stilgelegd. Was er nog ruimte vrij om de culturele sector te beschermen?

Een veranderend Jordanië

Wat Jordanië onderscheidt van andere landen en een complexere basis creëert voor noodbeleid rondom de Covid-19-uitbraak, is ongetwijfeld de aanwezigheid van veel vluchtelingen van de aangrenzende landen Irak, Palestina, Saoedi-Arabië en Syrië. Jordanië is een populaire bestemming voor migratie, omdat het land een van de weinige politiek stabiele landen in de Arabische wereld is. Syrische vluchtelingen in het bijzonder vertegenwoordigen bijna 10% van de bevolking en leven nog steeds in ernstig overvolle vluchtelingenkampen. Overbevolking bestaat ook in de steden, zoals hoofdstad Ammam en de tweede grote stad Zarka, waar vluchtelingen die minder recentelijk zijn ontheemd zijn gevestigd.

De Jordaanse regering volgde de aanbevelingen van de World Health Organization en implementeerde een reeks controlestrategieën op zowel lokaal als nationaal niveau om de verspreiding van Covid-19 te beperken. Bovendien heeft Jordanië medische behandeling voor Covid-19 beschikbaar gemaakt voor iedereen die in het land leeft en verblijft. Dit is een uitzondering vergeleken met andere landen. Saoedi-Arabië, bijvoorbeeld, geeft alleen medische behandeling aan zijn eigen burgers, en wimpelt ongeregistreerde mensen af met een ‘blijf thuis’-waarschuwing. Toch gebeurde er iets bijzonders op 20 maart: de overheid voerde de krijgswet in. Deze wet kan alleen ingevoerd worden in het geval van een ernstige nationale crisis of noodsituatie, en verleent het leger controle over reguliere ambtenarenzaken in de maatschappij.

Maar niet elk resultaat van dit controlesysteem is slecht geweest.

Deze context maakte het mogelijk om politieke critici van de huidige regering aan te vallen. Veel openlijk kritische stemmen zijn ondervraagd en blijven in hechtenis. Onder de bevolking ontstonden extra zorgen over hun bedrijfs- en privévermogen. Onder de krijgswet heeft de overheid het recht om bankrekeningen van alle burgers te bevriezen, zoals eerder in 2020 ook in Libanon gebeurde. Maar niet elk resultaat van dit controlesysteem is slecht geweest. Zo kon de overheid bijvoorbeeld vrijelijk voorkomen dat werkgevers hun werknemers ontsloegen. Veel bedrijven hoefden geen huur te betalen voor hun kantoorpanden als ze niet werden gebruikt. Alle terugbetalingen van leningen zijn voor drie maanden bevroren en rentepercentages voor nieuwe leningen zijn verlaagd.

Aan het einde van mei zijn sommige lockdown-maatregelen versoepeld en zogenaamde ‘zachte leningen’ – kleine leningen met een rentepercentage van 2% - werden beschikbaar gemaakt voor bedrijven van alle formaten en uit alle industrieën. Specifieke gebieden en delen van de bevolking (reizigers, chauffeurs, piloten, etc.) gingen in quarantaine in door de overheid betaalde hotels. Reizigers uit de arbeidersklasse werden ondergebracht in minder comfortabele soorten woningen.

Free-launching cultuur

Jordanië heeft een grote artistieke en culturele sector, met meer dan dertig kunstgalerieën, tien theaterinstellingen en meer dan twintig concertzalen, met bovendien tal van private en publieke of non-profit kunstinstellingen. De film- en televisie-industrie speelt een belangrijke rol in het land: alleen in 2019 werden er al meer dan dertig producties gemaakt in Jordanië. De hele culturele sector biedt een inkomen aan tot wel 25.000 kunstenaars in uiteenlopende disciplines. Er waren echter geen noodfondsen beschikbaar voor de culturele sector en doordat de economie haast van de ene op de andere dag is gekrompen, vielen de meesten van hen buiten de beschikbare economische vangnetten. De meeste cultuurwerkers en kunstenaars hebben geen toegang tot sociale zekerheid of contractbanen in een gig economy. Omdat het meestal zelfstandige freelancers zijn, hebben ze ook geen ziektekostenverzekering. Gelukkig zijn Covid-19- en kankerbehandelingen gratis voor iedereen in Jordanië.

Wat structurele en financiële steun betreft, bleef de culturele sector achter zonder enige vorm van gerichte steun

De culturele sector bleef tijdens de pandemie achter zonder enige vorm van gerichte steun. De meeste kunstenaars en cultuurwerkers, op welk gebied dan ook, hebben geen baanzekerheid. Het overgrote deel van deze professionals is niet aangesloten bij een vakbond en heeft daarom geen georganiseerde stem in de overheid om voor hun sociale zekerheid en werknemersrechten te lobbyen en deze te beschermen. Er zijn een aantal vakbonden in Jordanië die de culturele sector in het bijzonder zouden kunnen beschermen. Echter, hoge jaarlijkse bijdragen weerhouden veel professionals ervan zich aan te sluiten.

De film- en televisiesector, die nationale en internationale producties maakt, is voornamelijk bemand door freelanceproducenten en -mediawerkers. Met een kleine uitzondering van de staf van een recente Netflix-productie, werd geen van de medewerkers van de bijna twintig andere producties die gepland stonden voor 2020 betaald tijdens de lockdown-periode. Met de onafhankelijke documentairesector ging het iets beter: sommige editors vonden de tijd en ruimte om eerder opgenomen producties af te ronden. ‘Ik werkte de twee maanden [van de lockdown] aan het monteren van verschillende afleveringen van een documentaireserie voor het Al Jazeera-kanaal,’ vertelde editor Saed Aruri. Een andere editor en colorist, Eyad Hamam, bracht het grootste deel van de lockdown door in zijn thuiskantoor, om een dramafilm die hij had gemonteerd te kleuren.

In de tussentijd waren veel andere professionals werkloos gedurende de hele lockdown-periode.

Desalniettemin kreeg ander personeel, zoals cameramensen, regisseurs of producenten die niet in dienst waren bij grotere productiebedrijven, geen filmvergunningen en konden zij daardoor geen werkzaamheden voortzetten tijdens de lockdown. Grote bedrijven met werknemers kregen van de overheid wel een accreditatie om te werken tijdens de lockdown. In ieder geval, zo redeneerde de overheid, mochten alleen werknemers met sociale zekerheid en medische dekking, twee dingen die grote bedrijven met een winstoogmerk verplicht zijn hun werknemers te bieden, het risico lopen blootgesteld te worden aan het virus. Andere freelancers zijn van opdrachten uitgesloten door internationale agentschappen in Jordanië, ook vanwege bezorgdheid over de veiligheid. Veel fotografen waren in staat om filmvergunningen te omzeilen en legden lege straten, bewoners die vanachter hun ramen zwaaiden of sociaal-distantiërend winkelpubliek voor supermarkten vast.

De lege tuin van Nabad Art Gallery in Amman

Ondertussen bleven theaterproducenten, visagisten, kostuumontwerpers, acteurs en veel andere professionals gedurende de hele lockdown-periode werkloos. De eigen medewerkers van theaterinstellingen en concertzalen hadden meer geluk: de overheid huurde de zalen als tijdelijke verblijven voor reizende vrachtwagenchauffeurs, taxichauffeurs, en andere internationale werknemers. Met de door de overheid betaalde huurgelden, betaalden de instellingen hun eigen personeel.

De kunsten redden op het web

Ook de beeldende kunstensector moest tijdens de lockdown de deuren sluiten. De meeste kunstenaars ontvingen geen inkomen tijdens de lockdown. Pas nadat de strikte maatregelen eind mei werden versoepeld, organiseerden kunstenaars, galeries en instituties online exposities en veilingen. Mona Deeb, curator bij de Nabad Galerie in Amman, maakte zich zorgen over het betalen van de huur van haar tentoonstellingsruimte. ‘We gaan online met een expositie, zodat we de jaarlijkse huur in augustus kunnen betalen. Anders moeten we onze tentoonstellingsruimte verlaten.’

Ik moest vijf kilometer lopen naar het plaatselijke FedEx-kantoor, vanwege het verbod op alle reizen met de auto.

Curator Leila Masri hield intussen contact met haar klanten via sociale media. ‘Niemand kocht iets, maar het was een manier om het werk in leven te houden – laat [mensen] kijken, wek [hun] interesse.’ Een va de weinige kunstenaars die wel iets verkocht was de Irakese schilder Shaker Al Alousi. ‘Begin april nam een vrouw uit Saoedi-Arabië contact met me op. Ze had een schilderij op mijn Facebook-pagina gezien dat ze wilde kopen. Ze stond erop dat ik een manier zou vinden om het aan haar op te sturen en betaalde me via Western Union Transfer. Ik moest vijf kilometer lopen naar het plaatselijke FedEx-kantoor, vanwege het verbod op alle reizen met de auto. Uiteindelijk kreeg zij haar schilderij en kreeg ik mijn geld.’

Kunstenaar Shaker Al Alousi in zijn atelier

Niet alleen de beeldende kunstgalerijen besloten een digitale wending te maken, ook de muziek- en filmindustrieën realiseerden zich dat ze online platforms en sociale media moesten gebruiken om de aandacht vast te houden en een publiek te trekken. Het Jordaanse Royal Film Institute verzorgde bijvoorbeeld gratis online filmvertoningen. Een breed scala aan andere culturele platforms verzorgde gratis concerten gedurende de lockdown-periode. Ilham Al Madfai, een beroemde Irakese zanger gevestigd in Jordanië, zond online een gratis live soloconcert uit voor zijn fans. Het concert bereikte vier miljoen kijken in de hele Arabische wereld. In termen van daadwerkelijk inkomen, waren de lockdown-maanden uiteraard niet vruchtbaar. ‘Het zal lang duren voordat we weer betalende kijkers of concertgangers hebben. Misschien kopen ze online wat muziek, maar Covid-19 heef onze industrie heel hard geraakt,’ aldus Al Madfai.

De reactie van de overheid op de culturele crisis

De Jordaanse overheid verstrekte geen mogelijke hulpfondsen om de kunst en cultuur van het land te ondersteunen en redden. De grootste inspanning werd geleverd door de Jordaanse minister van Cultuur, die verschillende specifieke competities lanceerde met kleine prijzen voor de winnaars. Deze wedstrijden waren vooral gericht op jongeren of heel jonge cultuurmakers. Zo lanceerde het ministerie via sociale-mediaplatforms een onlinecompetitie voor poëzie en korte verhalen geschreven door kinderen en jongeren tussen de 10 en 25 jaar. De winnaars maakten kans op een prijs van 1000 euro, terwijl professionele literaire auteurs verbluft thuiszaten zonder enig inkomen of enige zekerheid.

Ergens tussen steun, talentscouting, en jeugdwerk, waren de inspanningen van de overheid minimaal en negeerden ze de professionals in de sector volledig.

Op eenzelfde manier organiseerde het ministerie een korte-filmwedstrijd voor jongeren tussen de 15 en 25, gebaseerd op publieksstemmen. Via een online evenement werden de korte films vertoond en kijkers werden gevraagd online te stemmen. De maker van de winnende korte film kreeg een prijs van 1000 euro, terwijl degene op de tweede plaats ongeveer 100 euro kreeg. Hetzelfde concept van publieksstemmen via een online platform werd gebruikt voor een kinderkunstwedstrijd. De winnende kinderen (of hun ouders) kregen geldprijzen van ongeveer 1000 euro.

Er werd een schamele poging gedaan om beeldend kunstenaars te ondersteunen door een online tentoonstelling te organiseren met een publiek stemsysteem en een prijs van 1000 euro voor de populairste kunstenaar. Ergens tussen steun, talentscouting, en jeugdwerk, waren de inspanningen van de overheid minimaal en negeerden ze de professionals in de sector volledig.

Speculatie en onzekerheid

Een hele sector leeft in twijfel en onzekerheid.

De culturele sector van Jordanië heeft enorme verliezen geleden. Kunstenaars waren niet alleen tweeëneenhalve maand werkloos, maar zelfs nadat de maatschappij ‘heropende’ na de strikte lockdown-periode, bleven ze voor gesloten deuren staan. Er waren geen mogelijke optredens, opdrachten of banen om de door de crisis veroorzaakte schade te beheersen. Filmproducties zouden ‘misschien’ in augustus onder nieuwe veiligheidsvoorschriften en -maatregelen weer van start gaan. Concerten, theaterproducties, kunsttentoonstellingen, poëzielezingen en andere culturele evenementen zullen niet snel plaatsvinden. Een hele sector leeft in twijfel en onzekerheid.