‘Zelfacceptatie is een langdurig proces waar ik in hoop te blijven groeien’

Door Lien Vandael, op Tue May 31 2022 22:00:00 GMT+0000

Dikke mensen zijn vaak het onderwerp − van onheilspellende nieuwsberichten, van mislukte humor en denigrerende omschrijvingen − maar al te zelden de spreker. In een kwartet van getuigenissen nemen zij zélf het woord en delen hun ervaring met dik zijn. Deze keer: Lien Vandael.

Al mijn hele leven ben ik dik en al mijn hele leven maken familieleden, dokters, mensen in de fitness en op straat, ontwerpers van oncomfortabele stoelen en kleding me duidelijk dat dat niet oké is. Ondertussen gebruik ik ‘dik’ enerzijds om mezelf te beschrijven, maar anderzijds ook om het idee te bevestigen dat ik tot een community van andere dikke mensen behoor. Het woord ‘dik’ is ook dikwijls tegen me gebruikt, vaak dan in combinatie met ‘te’. Tegelijkertijd waren er ook vrienden die, verwijzend naar mijn lichaam maar zonder het te benoemen, zeiden dat ‘het lijkt alsof ik veel zelfvertrouwen heb’, ‘dat ik gewoon ben wie ik ben’ en dat ze zich ‘niet kunnen inbeelden hoe ik anders zou zijn’. Uitspraken waarvan ik op dat moment niet goed wist wat ermee te doen.

Dat zelfvertrouwen, dat is iets waar ik aan blijf werken. Dat ik ben wie ik ben, daar begin ik meer en meer in te geloven. Ik kan me nu moeilijk inbeelden dat ik ooit dun zal zijn en wil het ook niet. Ook al zweeft er nog veel internalized fatphobia in mijn hoofd, toch verzet ik me radicaal tegen alles wat neigt naar dieetcultuur en heb ik de afgelopen jaren mijn eigen lichaam beter leren accepteren. Daarnaast leerde ik dik zijn te zien als een structurele ongelijkheid en niet zomaar een ‘individueel probleem’ en probeer ik me zo ook meer te verbinden met de fat activism- en fat liberation-beweging. Dit is een langdurig proces waar ik in hoop te blijven groeien, een proces waarin ik stap voor stap vooruitgang maak en waarvan ik hoop dat anderen het ook zullen doormaken.

Ik blijf ook op zoek naar mijn real life-community. Mijn zoektocht naar zelfacceptatie leeft momenteel grotendeels in mijn hoofd en online.

Een belangrijke stap voor mij was leren eerlijk te zijn tegen mezelf en de mensen rondom mij. Het heeft geen zin om te verstoppen wie ik ben. Het heeft geen zin om me te schamen voor mijn kledingmaat. Ik leerde mezelf ‘dik’ noemen, net zoals ik iemand anders ‘groot’, ‘sympathiek’ of ‘slim’ zou noemen. Ik ging op zoek naar kleding die past en comfortabel is. Ik stopte met een deel van wie ik ben te ontkennen. Dat lukte me pas nadat ik eerst zelf ontdekte wat ‘dik zijn’ maatschappelijk betekent. Ik ben een leergierig persoon en verbreedde mijn perspectief op ‘dik zijn’ dankzij boeken zoals Fearing the Black Body van Sabrina Strings en What We Don’t Talk About When We Talk About Fat van Aubrey Gordon. Ook kijken naar dik zijn vanuit een intersectionele, queer- en crip-lens opende een hele nieuwe wereld en bracht me dichter bij zelfacceptatie. Verder hecht ik ook veel belang aan community. Ik word dagelijks geïnspireerd door online rolmodellen, academici en activisten. Zonder hen zou ik nergens zijn. Ik blijf ook op zoek naar mijn real life-community. Mijn zoektocht naar zelfacceptatie leeft momenteel grotendeels in mijn hoofd en online. Ik wil dikke vrienden vinden en mijn ervaringen kunnen delen met hen.

Persoonlijke verhalen en ook getuigenissen zoals in dit nummer, hebben de kracht om iets groots te vertellen. Ze kunnen inspireren en verbinden, maar ook dienen als maatschappijkritiek door te tonen hoe iemand ongelijkheid ervaart en wat nodig is om deze ongelijkheid weg te werken. Dit is nog maar een deel van mijn verhaal. Ik hoop dat jij ook de ruimte vindt om jouw verhaal te ontwikkelen. En dat onze verhalen elkaar ooit mogen kruisen.