Zonder de behoefte om te overtuigen. Ima-Abasi Okon in het Van Abbemuseum
Door Marije de Wit, op Fri Jul 18 2025 12:00:00 GMT+0000De solotentoonstelling van Ima-Abasi Okon, Incorporeal hereditaments like Love [can] Set(s) You Free, according to Kelly, Case, Dru Hill, Kandice, LovHer, Montel and Playa with 50 - 60g of –D,)e,l,a,y,e,d1;—O,)n,s,e,t2;— ;[heart];M,)u,s,c,l,e3;[heart];—S,)o,r,e,n,e,s,s4, in het historische gedeelte van het Van Abbemuseum laat bezoekers nadenken over hoe kolonialistische ideeën van ‘verbetering’ en toe-eigening vandaag verderleven in heel verschillende domeinen, zoals sport. Beeldend kunstenaar Marije de Wit loopt langs stukken atletiekbaan, startlijnbogen en zakjes elektrolytenpoeder. De samenhang is niet altijd evident, en dat is bevrijdend.
‘Make love to me daily TYRONE’ is te lezen op een ingelijst werk in acrylverf op papier dat tegen de wand hangt in de zevende zaal van de solotentoonstelling van Ima-Abasi Okon in het Van Abbemuseum in Eindhoven. Het is een werk uit een serie monoprints en zeefdrukken die de kunstenaar maakte tussen 2010 en 2015. De afzonderlijke werken hebben geen titel. In het essay van curator Yolande Zola Zoli van der Heide dat de tentoonstelling begeleidt, lezen we dat Okon de prints en zeefdrukken beschrijft als ‘dingen die gebeuren wanneer ze niet aan het maken is, maar aan het voelen is en zich moet bewegen’.
De prints worden tentoongesteld in intieme ruimtes langs de randen van een indrukwekkende totaalinstallatie die de gehele oudbouw van het Van Abbemuseum beslaat. Als we de eerste zaal betreden, lopen we onder een rubberen startlijnboog door die gebruikt wordt bij marathons en andere sportwedstrijden. Zulke bogen keren ook terug bij de ingang van andere ruimtes in het museum. De kunstenaar is tijdens de COVID-19-pandemie begonnen met hardlopen, lees ik in het essay van Van der Heide. Dat is een eerste verklaring voor verschillende onderdelen van de totaalinstallatie, zoals Fortunate, een installatie waarvoor de kunstenaar 170 ChronoTrack matten heeft hergebruikt, Capacitiesplural, bestaande uit 4000 kilo eveneens gebruikte atletiekbaan, een elektrolytenpoeder van kokoswater dat Okon binnen haar natuurgeneeskundige praktijk heeft ontwikkeld en een stoofpot die ze maakte van onder andere ossenstaart. Elektrolyten helpen het lichaam te herstellen en vocht te behouden door vocht naar actieve spieren te sturen bij een inspanning. Na langdurige inspanning dienen ze aangevuld te worden. De stoofpot is er om het lichaam van brandstof te voorzien tijdens langere periodes van zware fysieke activiteit. De ChronoTrack matten worden normaal gesproken gebruikt bij sportwedstrijden om de finishtijden van deelnemers te meten. In de tentoonstelling zijn ze horizontaal over het midden van de wanden aangebracht en vormen ze een lijn van 130 meter, die de tien zalen tot een geheel maakt.
De elektrolyten zijn niet bedoeld om ons lichaam te optimaliseren in functie van een sportieve prestatie, maar hebben te maken met de volharding die nodig is om in deze bureaucratie te kunnen bestaan.
In kleine openingen in de startlijnbogen zijn documenten te zien. In de zaaltekst lees ik dat het certificaten zijn van voedsellaboratoria in Ierland en Schotland die uitleg geven over de voedingswaarde en microbiologie van de stoofpot. De labs hebben die getest en goedgekeurd, maar omzeilden daarbij de lokale regels voor voedselveiligheid. Ik vraag me af waarom die informatie zo terloops wordt meegedeeld. In het begeleidend essay somt Van der Heide enkele ingrediënten uit de stoofpot op, waaronder ashwaghandha. Per toeval weet ik dat ashwagandha in Nederland afgeraden wordt door het RIVM. Wellicht is het in Ierland en Schotland ook omstreden, en zelfs verboden?
Het elektrolytenpoeder bevindt zich in dichtgesealde zakjes op de vloer. De zakjes worden op hun plek gehouden door metalen noppen die gewoonlijk worden gebruikt in parkeervakken, op looproutes of om de grens van een gebied aan te geven. Ze liggen in lange rijen langs de muren van de eerste twee zalen, waar ze om en om worden afgewisseld door stapels formulieren, eveneens onder markeringsnoppen. Het zijn aanvraagformulieren van de overheid die te maken hebben met hulp bij gezondheidszorg, huisvesting, inkomen en voedsel. Het gewicht van de markeringsnoppen spiegelt de zwaarte die ik voel bij het aanschouwen van de papieren, die een bureaucratisch systeem representeren dat mensen kan uitputten. De elektrolyten zijn hier niet bedoeld om ons lichaam te optimaliseren in functie van een sportieve prestatie, maar hebben te maken met de volharding die nodig is om in deze bureaucratie te kunnen bestaan.
In de derde zaal liggen de stukken gebruikte atletiekbaan opgerold op houten pallets. Glucosemeters zijn op de banen geprikt. De volgende zaal is verlaagd met systeemplafondtegels. Uit de speakers weerklinkt een vertraagde audiotrack, die een groot deel van de tentoonstelling vult met een repetitief geluid. In deze zaal hangt ook een digitale LED-raceklok. Hier aanschouwen we de werking van de rubberen ChronoTrack matten aan de wanden: ze registreren de bezoekers en zijn verbonden aan de klok, die telkens opnieuw gereset en gestart wordt wanneer een bezoeker de tentoonstelling betreedt. Tijd is hier collectief in plaats van een meetinstrument voor individuele prestaties.
Achterin een van de zalen is een videowerk te zien dat beelden toont die geschoten zijn in Los Angeles, met waaiende palmbomen. Het werk zou volgens de zaaltekst de geschiedenis onderzoeken van de invoer van palmbomen in de Verenigde Staten en de link met de Europese industrialisatie. Wederom een zaaltekst die aan wat feiten raakt maar deze niet verder toelicht of uitlegt. We krijgen net genoeg informatie om te weten te komen dat palmbomen niet inheems zijn in de VS en dat hun bestaan daar te maken heeft met Europees imperialisme.
Wederom een zaaltekst die aan wat feiten raakt maar deze niet verder toelicht of uitlegt.
In een andere zaal lezen we dat Okon een serie werken van OSB-platen naar Mahalia Jackson heeft vernoemd. Okon gebruikt de platen eerder als prikborden om notities, schetsen of werk van andere kunstenaars aan op te hangen, en als sokkels voor andere kunstwerken. Atelierparafernalia dus. Waarom ze naar Jackson zijn vernoemd, komen we niet te weten. Ook Jacksons rol in de burgerrechtenbeweging (ze verleende financiële steun aan de demonstraties van Martin Luther King en streed mee tegen apartheid) wordt niet vermeld. De OSB-platen aan de muur zijn beschilderd met hoogglansvernis, waardoor ze eruitzien als exotische houtsoorten. Aan een van de platen heeft Okon haar gedroogde, vacuümverpakte stoofpot vastgemaakt, als was het brandstof voor wie nog steeds strijdt voor mensenrechten die vanzelfsprekend zouden moeten zijn.

In een volgende zaal is een video te zien waarin een man in de natuur van achteren met de camera wordt gevolgd. Hij draagt een jas die zwart is op de schouders en felgeel op de rug. Met witte letters is op het geel repeterend ‘By Any Means Necessary’ aangebracht. Die zinsnede gebruikte Malcolm X in 1964 in een van zijn speechen. Hij trof de woorden aan bij psychiater en activist Frantz Fanon, die de zin op zijn beurt tegenkwam bij Jean-Paul Sartre, in diens theaterstuk Vuile Handen (1948). De zaaltekst luidt: ‘De jas is een samenwerking tussen het modebedrijf Supreme en het outdoormerk The North Face. De eigenaar van North Face kocht grote stukken wildernis op in Chili.’ Weer feiten die geen expliciete verbanden leggen of uitleg geven over het werk. Ik vermoed dat de jas iets zegt over het kapitaal waarmee land wordt bemachtigd – wat ook vragen oproept over de bescherming ervan.
Ik ben verbaasd wanneer ik erachter kom dat de zalen aan de linkerkant van het gebouw, die ik nu doorlopen heb, gespiegeld worden aan de rechterkant. Dat las ik ook in het essay van Van der Heide, maar ik had het niet letterlijk genomen. De werken in zaal één zijn ook te zien in zaal tien, die in zaal twee ook in zaal negen enz., soms met minimale variatie.
Het museumgebouw werd bijna negentig jaar geleden opgericht door sigaarfabrikant Van Abbe, die tabak importeerde uit Indonesië, een voormalig Nederlandse kolonie. Okon heeft het gebouw tot een wezenlijk onderdeel van de tentoonstelling gemaakt. De materialen die de kunstenaar gebruikt, leggen een link met de koloniale mentaliteit. Zo doen de metalen markeringsknoppen, die bedoeld zijn om de verdeling van land te visualiseren, dienst om formulieren op hun plek te houden die toegang moeten verschaffen tot basisbehoeften. De sportmatten zou je normaal gesproken met competitie en efficiëntie associëren, maar de tentoonstelling keert zich af van de idee van het optimaliseren van land voor industrie en van het lichaam voor werk − we zouden ons beter sterken om aan de systemen weerstand te kunnen bieden die ervoor zorgen dat we in die ideeën blijven vaststeken.
Ik vertel de jongen dat de beelden van de kalfjes me niet echt iets doen; dat ik al twintig maanden beelden van een genocide zie op mijn scherm en dat het me kennelijk heeft afgestompt.
Wanneer ik na mijn museumbezoek naar het treinstation loop, raak ik geïntrigeerd door een groepje van vier aan het einde van de winkelstraat. Twee van hen hebben zojuist televisiemonitors om hun nek gehangen en rommelen nog wat met de geluidstechniek. Een jongen uit het groepje benadert me om te vragen wat de beelden op de monitoren met me doen. Het zijn beelden van de bio-industrie. Mannelijke kalfjes, zo vult de jongen aan, die vermoord worden omdat de melk van hun moeder naar mensen en niet naar hen gaat. De kalfjes zelf gaan nooit melk geven en worden daarom onnodig geacht. Ik vertel de jongen dat de beelden me niet echt iets doen; dat ik al twintig maanden beelden van een genocide zie op mijn scherm en dat het me kennelijk heeft afgestompt. Als onderwerp laat het me niet koud, vertel ik hem: ik leef grotendeels veganistisch, maar de beelden schrikken me nu even niet af. De jongen is vastberaden. Hij zegt dat mijn reactie me zelf lijkt te verbazen en hekelt vervolgens de normalisering van onze brute omgang met dieren. Ik merk dat ik deze manier van aangesproken worden niet prettig vind.
Ik maak dan de denkfout dat ik een van de kwesties die me de laatste tijd hebben gefrustreerd, met hem kan delen. Ik zeg dat ik ook vaak actie voer, maar me dan louter onder gelijkgestemden begeef. Ik bevind me in een echokamer waarvan ik het nut niet meer helemaal zie en verander daarbuiten niemands blik. Bij pogingen daartoe verlaat ik vaak teleurgesteld onaffe gesprekken. Ik vraag hem hoe hij zijn manier van actievoeren ziet. Maar ik heb overduidelijk frustraties geuit die de jongen niet kent. Hij vertelt over zijn gesprekstechniek, duwt me een kaartje in de hand met een QR-code die leidt naar informatie over die techniek en vertelt dat het op die manier elke keer weer lukt om een paar mensen ‘veganistisch te maken’. Ik vind het gesprek nog steeds onprettig.
In de trein google ik naar meer informatie over Ima-Abasi Okon. In een interview in Ocula magazine lees ik: 'I'm not interested in cohesiveness at all.’ En verder: ‘Whom and what do I want to be in dialogue with in order to give the things that need our attention the time they deserve without depiction, co-option and certainly without the need to convince?’ Het is precies die houding die ik herken in de tentoonstelling in het Van Abbemuseum, waar de samenhang tussen sommige werken aanvankelijk lijkt te ontbreken. Toch horen ze samen. Soms moeten we naar onze intuïties en behoeftes luisteren. Make love to me. Daily.
De kunstenaar bekommert zich niet om het risico niet begrepen te worden − het is zelfs noodzakelijk om dat risico te nemen.
De informatie bij de kunstwerken vormt een netwerk waarin ik vrij kan navigeren; de tekst wordt niet ingezet om bezoekers voor zich te winnen. Dat Okon daar helemaal niet op uit is, is voor de kunstenaar zo vanzelfsprekend dat ze die ingesteldheid in het bovenvermelde interview met een ‘certainly’ beschrijft. Ze bekommert zich niet om het risico niet begrepen te worden − het is zelfs noodzakelijk om dat risico te nemen. Zelf ben ik, door eigen verbanden te leggen bij de fragmentarische informatie, tot meer inzichten gekomen dan wanneer de kunstenaar me zou proberen te overhalen om een bepaald standpunt in te nemen. Ik kalmeer. Als ik gefrustreerd onaffe gesprekken verlaat over de zaken waar ik me voor inzet en waarvan ik vind dat ze onze tijd en aandacht verdienen, heb ik ook informatie gedeeld die begint te meanderen. Mijn ideeën voegen zich in een netwerk dat elders door anderen wordt aangevuld – en daar vormen aannemen die buiten mijn bereik en controle liggen. De protestacties waaraan ik deelneem voegen zich in een netwerk van protestacties wereldwijd, waar mensen zich tot de politiek richten en niet tot elkaar als individuen om verandering teweeg te brengen.
Ik heb vooralsnog geen elektrolytenpoeder of ossenstaart-ashwagandhastoofpot nodig. Een kunstenaar moest me gewoon even ergens aan herinneren.
De solotentoonstelling van Ima-Abasi Okon loopt van 10 mei 2025 tot en met 21 september 2025 in het Van Abbemuseum in Eindhoven.