Zorggebieden

Door Redactie rekto:verso, op Wed Dec 08 2021 23:00:00 GMT+0000

Een herwaardering van zorg is noodzakelijk, stelt onze redactie in dit Editoriaal van Zorgen: niet langer een activiteit van specifieke individuen, maar een collectieve verantwoordelijkheid.

We gaan eerlijk zijn, we maken ons zorgen. En te oordelen aan de grote stroom aan programma’s, projecten en tijdschriften met ‘zorg’ als thema, zijn wij niet de enigen. De nood is hoog. Ook vanuit de kunstensector is de roep om zorg luid. En die noodkreet verdient het om gehoord en au sérieux genomen te worden. Haar reduceren tot ruis in het alles overstemmende tumult van de o zo heilige productiviteit staat haaks op alles waar de sector voor staat of pretendeert voor te staan.

De zorgen komen voort uit reële bekommernissen over reële problemen. We worden geconfronteerd met een klimaatcrisis, een economische crisis, een wooncrisis, structurele discriminaties op verschillende intersecties – van gender tot kleur –, en een pandemie die bestaande ongelijkheden verder op de spits heeft gedreven. Die zorgen nestelen zich in ons lijf, en manifesteren zich in wat we al dan niet creëren.

Hoe zouden we zorg kunnen dragen voor elkaar, in zowel een artistieke als in een maatschappelijke context?

Een herwaardering van zorg is noodzakelijk: niet langer een activiteit van specifieke individuen, maar een collectieve verantwoordelijkheid. Deze stap naar grotere solidariteit vereist het onder ogen zien van onze wederzijdse afhankelijkheid en een relativering van het zelf als een ongebonden entiteit. Maar wat betekent zorgen nu eigenlijk? En wat zou het kunnen zijn? Hoe zouden we zorg kunnen dragen voor elkaar, in zowel een artistieke als in een maatschappelijke context?

Cultuur ontstaat daar waar mensen samenkomen. Op een plein, in een repetitiekot, aan de keukentafel. Denken, dialoog en creatie zijn afhankelijk van tijd en ruimte, en het is enkel in dat kader dat zorg zich kan voltrekken, dat ideeën vorm krijgen. We’re in this together, of dat zouden we alleszins moeten zijn. Om te onderzoeken wat zorgen kan zijn, zoomen we voor dit nummer dan ook in op de verschillende ruimtes waar het zorgen gebeurt, en waar deze zorgen circuleren.

In het etaleren van niet-werk door middel van collectieve stiltes of publieke rust schuilt een belangrijke politieke kracht.

Laat je bekommernissen en je werk heel even voor wat ze zijn en wandel met ons mee de straat op, op jouw tempo en op jouw manier. Laat ons hier beginnen, in de publieke ruimte, waar machtlijnen zich uittekenen. Ruimtelijke ordening vertaalt de impliciete maatschappelijke verhoudingen en de visies op zorg naar het concrete niveau van straten en pleinen. Zo zijn er weinig plaatsen waar je als inwoner simpelweg tijd kan spenderen zonder een bijdrage aan het kapitalisme te moeten leveren, als ze al überhaupt toegankelijk zijn. In de openbare ruimte worden uitsluitingsmechanismen zichtbaar, maar het is ook hier dat inwoners ze kunnen aanvechten. Veel van onze verworvenheden zijn het gevolg van staking en protest. En ook in het etaleren van niet-werk door middel van collectieve stiltes of vormen van publieke rust schuilt een belangrijke politieke kracht. Zet je even neer, de weg naar hier heeft je misschien vermoeid.

Plaatsen waar collectieve rust mogelijk is, kunnen een safe(r) space vormen. Een toevluchtsoord waar heldere afspraken de veiligheid verhogen, waar gezamenlijke verwachtingen geëxpliciteerd en verhalen gedeeld worden. Of waar poëzie mensen bij elkaar brengt en soul-idarity voelbaar is, zoals Yousra Benfquih schrijft in navolging van dichter en activist Aja Monet. Tegelijkertijd roept een als safe(r) space bedoelde ruimte ook vragen op over hoe we zorg kunnen organiseren. Evelyne Coussens neemt het Italiaanse kunstenfestival in Santarcangelo als uitgangspunt voor een analyse van de relatief nieuwe zorgcultuur en haar mogelijke valkuilen: ‘Bestaat er zoiets als de juiste zorg? En hoe “zorgen” we ervoor dat de breed gedeelde consensus niet omslaat in vormen van excessieve, contraproductieve of vertheoretiseerde zorg?’ Het is een permanente evenwichtsoefening, niet enkel voor de kunstensector. We zijn het aan elkaar verplicht onze eigen limieten en onze onderlinge afhankelijkheid te erkennen. Geef het aan als je terug naar huis wil.

Bestaat er zoiets als de juiste zorg?

Of kom mee naar een van de vele onafhankelijke kunstruimtes in de buurt. Sundus Abdul Hadi bezingt de lof van plekken als deze, niet-conventionele ruimtes in de marge van de kunstwereld, die personen aantrekken die anders nooit een galerie of museum zouden bezoeken en zich hier misschien voor het eerst gezien of vertegenwoordigd voelen.

Ruimtes zijn niet neutraal. Ze worden gevormd door de sociale relaties die erin plaatsvinden. En dat is voor tijdschriften niet anders. Wat je op dit moment in je handen hebt is een product, een bundeling die bovendien tendensen in zorg reproduceert. Zo is het overwegend door vrouwen gemaakt. Vrouwen die zich soms in bochten moesten wringen om het schrijven met zorgtaken te combineren, zoals Ilse Ghekiere aangeeft. Zorg kan niet los van gender gedacht worden, aangezien ‘the burden of care’ nog steeds voornamelijk bij vrouwen ligt. Het is ondergewaardeerd, en dat niet louter financieel, omdat we onderhoud en zorg ondergeschikt stellen aan het creëren van iets nieuws. Deze eenzijdige definitie van creatie en productie pleegt niet alleen roofbouw op de individuen die het zorgen op zich nemen, maar ook op onze planeet. Ben je er nog?

Een eenzijdige definitie van creatie en productie pleegt niet alleen roofbouw op de individuen die het zorgen op zich nemen, maar ook op onze planeet.

Het is stilaan tijd om weer naar huis te gaan. De temperatuur is uitzonderlijk laag voor de tijd van het jaar. Het klimaat is ontregeld, en ik zie dat het je zorgen baart. Angst, wanhoop en onverschilligheid zijn natuurlijke responsen op ons collectief falen in het zorgen voor een planeet, schrijft ook Maggie Nelson in haar nieuwste boek On Freedom. Het is zinloos na te denken over ruimtes waar zorgen geuit worden, waar zorgen gebeurt als we ons meest fundamentele gemeenschappelijke referentiekader, de aarde, buiten beschouwing laten. In ‘Gesprekken over goud’ gaan Lisa Barnard en Macarena Gómez-Barris in dialoog over de kapitalistisch-kolonialistische erfenis van de winning van natuurlijke grondstoffen in Zuid-Amerika en de impact op mens en milieu. Maar zorg voor het niet-menselijke zit ook in kleine gestes. Sam Timmerman liet zich voor zijn beeldbijdrage inspireren door de toewijding waarmee hij als kind de in yoghurtpotjes ontluikende waterkers inspecteerde en onderhield.

Je kijkt nog steeds bedrukt. Wat moet je ook met al deze woorden? Zetten ze wel zoden aan die onderhand bijna barstende dijk? Nu je terug thuis bent, is de neiging misschien groot dit nummer toe te voegen aan de grote ongelezen stapel naast de zetel. Aan de waslijst van boeken, lezingen, programmaties voor symposia. Woorden op woorden op woorden. Waar blijven de daden? Het is een terechte bezorgdheid.

Ons taalgebruik is doordrongen van de productiviteitslogica.

En toch is dit nummer ook een ode aan de kracht van het woord. Onze werkelijkheid is niet enkel fysiek, maar ook talig. Onze omgang met taal kan namelijk ook een gebaar van zorg zijn. Zo betoogt Sofie Decock dat ijveren voor een meer genderinclusieve, niet-discriminatoire taal geen puur symbolische strijd is en introduceren zowel Sundus Abdul Hadi als Aminata Cairo een eigen terminologie om onder andere koloniale constructies te ontmantelen. Ook Nele Buyst wijst ons op de onderliggende normering die doorklinkt in ons taalgebruik, dat doordrongen is van de productiviteitslogica. Ze onderwerpt de beleidsnota voor het onderwijs van Vlaams minister Weyts aan een kritische analyse: ‘Als menselijke fragiliteit, materiële noden en rommelige afhankelijkheid in het echte leven niet kunnen worden genegeerd, hoe komt het dan dat ze zo vaak afwezig zijn in politieke beleidsplannen?’

Het is tijd voor politieke visies die deze begrippen centraal stellen.
Want het kan anders.

Het is tijd voor een politiek van zorg.